Stap 3

De suikerstofwisseling
Cellen hebben voortdurend glucose nodig. Het regelen van de glucoseconcentratie van het bloed is dan ook één van de belangrijkste opdrachten voor het lichaam.

Opdracht 1 Eetgedrag

  1. Je hebt in de vorige module ook een regelkring bestudeerd die het eetgedrag regelt.
    1. Wat zijn de receptoren voor deze regelkring?
    2. Waar bevindt zich het controle centrum?
    Kijk je antwoorden zo nodig na in de kennisbank.
  2. De belangrijkste brandstof voor cellen is glucose.
    Noem vijf voedingsmiddelen waarmee jij glucose opneemt.
  3. Mensen eten niet de hele dag.
    Maar hun cellen hebben wel de hele dag brandstoffen nodig.
    Hoe zou je dat op kunnen lossen?
    Hier volgt een aantal mogelijkheden.
    Bedenk van elke mogelijkheid tenminste één nadeel.
    1. Eten op het moment dat het lichaam brandstof nodig heeft
    2. Voedsel gedeeltelijk verteren en opslaan in het maagdarmkanaal.
    3. Voedsel zo snel mogelijk verteren en voedingsstoffen opslaan in het bloed.
    4. Voedingsstoffen direct in de cellen opnemen via doorlaatbare celmembranen.
    5. Voedingsstoffen opslaan in een orgaan

Opdracht 2 Regeling van de glucose concentratie in je bloed

Welke oplossing heeft ons lichaam ‘gekozen’?
Bekijk beide filmpjes:
:

  1. Lees nu in de Kennisbank.
    KB: Alvleesklier (pancreas)
  2. Maak de oefening "Regeling van de glucose concentratie in je bloed" onderaan deze pagina.

Opdracht 3 Hoog of laag?

  1. Bekijk de animaties voor hoog en laag bloedsuikergehalte
    www.abpischools.org.uk
    www.abpischools.org.uk
  2. Welke van de volgende omschrijvingen hoort bij de situatie dat het bloedglucosegehalte hoog is
    1. Lever zet glucose om in glycogeen
    2. Spiercellen zetten glucose om in glycogeen
    3. Aanmaak van glucagon
    4. Aanmaak van insuline
    5. Vetcellen zetten glucose om in vetzuren
    6. Lever zet glycogeen om in glucose