Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Heb je de eindopdracht gemaakt?
Heb je de vragen gemakkelijk kunnen beantwoorden?
Verliep de samenwerking goed?
Schrijf op wat goed ging en wat minder goed ging.