Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
- Tijd:
Ben je meer of minder dan twee uur met de opdracht bezig geweest?
- Inhoud:
Vond je de opdracht leuk om te doen?
Zeg ook waarom wel of waarom niet.