Opdracht 1

Energie

Energie is er in verschillende soorten. De volgende soorten zullen we in deze opdracht onderscheiden:

 

Elektrische energie

Elektrische energie is de energie die uit het stopcontact komt. Deze energie wordt (voornamelijk) in de elektriciteitscentrale opgewekt. Elekticiteit bestaat uit bewegende geladen deeltjes, de elektronen.

 

Warmte (energie)

Warmte kennen we allemaal wel. Warmte is in sommige situaties erg fijn, denk aan het gebruik van een waterkoker of de openhaard. Warmte energie is echter niet altijd de energiesoort die we graag willen opwekken, maar komt wel vaak vrij als bijproduct. Veel apparaten die worden gebruikt, worden (een beetje) warm, denk bijvoorbeeld aan de lader van je telefoon. De warmte die wordt geproduceerd in deze apparaten wordt als energieverlies aangeduid.

 

Kinetische energie

Kinetische energie, ook wel bewegingsenergie genoemd, is de energie die nodig is voor beweging van voorwerpen of personen. Deze energiesoort is in het lichaam aanwezig als je loopt, sport, maar ook als je slaapt. Kinetische energie is niet alleen belangrijk voor ons lichaam, ook veel apparaten maken hier gebruik van, het bekendste voorbeeld is de dynamo.

 

Stalingsenergie

Energie die door het warmtetransport straling wordt overgedragen heet stralingsenergie. Het bekendste voorbeeld is de zon.

 

Chemische energie

In alle voorwerpen om ons heen zit energie, namelijk chemische energie. Dit is de energie die wordt opgeslagen in moleculen. Als de moleculen kapot worden gemaakt, bijvoorbeeld door ontleden, dan zal de chemische energie vrijkomen en worden omgezet naar een andere energiesoort of opnieuw gevangen worden in moleculen. Een voorbeeld van vrijkomende energie door een chemische reactie vind je in glowsticks.

 

Energieomzettingen

Deze soorten energie kunnen in elkaar worden omgezet. Neem als voorbeeld de glowsticks, deze bevatten eerst chemische energie. Na het breken van het buisje in de glowstick vindt er een chemische reactie plaats, de chemische energie wordt omgezet! Het buisje begint licht te geven, er is stralingsenergie ontstaan.

 

De opdracht

In deze opdracht worden paragraaf 5.1 en 5.2 gecombineerd, gebruik bovenstaande informatie en de methode natuurkunde overal.

Voor minimaal één apparaat thuis ga je de volgende onderdelen uitvoeren: