Rollenkarten

Was gehört zusammen?
Je gaat praten over een schooldag, maar eerst even kijken of je de volgende oefening kunt maken.
Maak de juiste combinaties.

1 Engels a die Stunde
2 Wiskunde b die Hausaufgaben
3 Aardrijkskunde c Mathe
4 de cijfers d nett
5 het lesuur e die Kurzkontrolle
6 de vakken f Geografie
7 het huiswerk g Englisch
8 de les h die Noten
9 aardig i die Fächer
10 de overhoring (SO) j die Noten


1 = .....   2 = .....   3 = .....   4 = .....   5 = .....   6 = .....   7 = .....   8 = .....  
9 = .....   en   10 = .....

 

Unser Schultag
Je zit met je uitwisselingspartner aan de ontbijttafel.
Bij het ontbijt bespreek je de schooldag.