De invloed van training op conditie

Voor een goed begrip van de invloed van training op de lichamelijke conditie van een paard is het noodzakelijk de term "conditie" nog eens goed te definiëren. Onder conditie wordt volgens het woordenboek verstaan "de toestand waarin iets of iemand verkeerd". Het woord conditie wordt echter in de paardenwereld doorgaans op een iets andere manier gebruikt. Wanneer men spreekt over een paard "dat in conditie is", bedoelt men dat het paard lichamelijk in staat is tot het leveren van optimale prestaties (gevraagde werk).

 

Een neutrale, algemene definitie van training luidt volgens Verstappen (1985): het planmatig oefenen onder prestatiebe­vorderende voorwaarden ter verbetering van de sportprestatie. Hij stelt ook dat de samenstellende factoren van de sport­prestatie, te weten 1) conditie, 2) techniek, 3) tactiek en 4) motivatie, hierbij een verschillend accent kunnen krijgen, afhankelijk van het sportonderdeel en het prestatieniveau. Dit citaat uit de humane trainingsleer toont direct aan dat niet alle principes direct van mens naar paard te verplaatsen zijn. De prestaties in de paardensport worden deel bepaald door het paard (conditie, techniek en een stukje motivatie) en deels door de ruiter of rijder (een beetje conditie, tech­niek en motivatie en "alle" tactiek).

 

In dit overzicht zullen de algemene principes van training die invloed hebben op de conditie en de mogelijkheden om het effect van training objectief te meten worden besproken. Het meer op individuele takken van paardensport gerichte deel van de training evenals het deel van de training dat zich bezig houdt met de techniek van een tak van sport, zal hier niet aan de orde komen.

Achtereenvolgens zullen ten aanzien van de training van het paard de volgende onderwerpen aan de orde komen:

- de factoren van invloed op de prestatie,

- algemene begrippen bij de training,

- de effecten van training op de conditie,

- de preventie van problemen in de training.

 

Factoren die van invloed zijn op de prestatie

Factoren die van belang zijn om tot het leveren van presta­ties te komen zijn:

- genetisch bepaalde aanleg

- opfok/opvoeding

- voeding en verzorging

- kennis en kunde van de ruiter/rijder

- training

 

 

De genetisch bepaalde aanleg is iets dat in een paard vastligt (het genotype). In hoeverre deze aanleg later werkelijk tot expressie komt (het fenotype) hangt af van allerlei invloeden van buitenaf. De leeftijd waarop een paard wordt aangeschaft en de manier waarop er tot op dat moment mee is omgegaan bepalen in hoeverre de natuurlijke aanleg is ontwikkeld. Bij de aanschaf van een paard kan men rekening houden met de aanleg, de opfok en de training die een paard heeft gehad, maar na de koop is dat niet meer te veranderen.

 

Onder Nederlandse omstandigheden worden sportpaarden doorgaans goed gevoerd en verzorgd. Een enkele keer ontstaan problemen omdat mensen het "te goed" willen doen en allerlei abnormale voedermiddelen of voederregimes toepassen. Zo kan het overmatig verstrekken van krachtvoer, vitamine- en/of mineralenmengsels aanleiding geven tot problemen.

 

De factor waar de eigenaar van een paard de meeste invloed op kan uitoefenen is de training. Training is ook van primaire betekenis voor het optimaal tot expressie laten komen van de natuurlijke aanleg van een paard, waarbij het dan zowel gaat om training van de conditie als om training van de techniek.