Conditie

Conditie

Het trainen van paarden wordt vaak gedaan zoals het altijd werd gedaan, dus op ervaring. Zoals men het vroeger deed zo doet men het na. Tegenwoordig moeten de prestaties op alle gebied, dus ook op het gebied van de paardensport, steeds beter. Records zijn er om gebroken te worden! Methoden om deze records te breken zijn daardoor volop in de belangstelling gekomen. Om de prestaties van paarden te verbeteren is een goede kennis van de trainingsopbouw noodzakelijk.

 

Vanuit de praktijk weten we dat wanneer een paard een zware training achter de rug heeft, het een bepaalde rustperiode nodig heeft om weer te herstellen. Hoe zwaarder de training, des te langer heeft het paard nodig voor het weer fris is. Maar wanneer spreken we van een zware training en waardoor wordt dat bepaald?

Voor een goed begrip van de invloed van training op de lichamelijke conditie van een paard is het noodzakelijk eerst de term 'conditie' te definiëren. Wanneer een 'paard in conditie' is wordt er bedoeld dat het paard lichamelijk in staat is tot het leveren van optimale prestaties.

 

De fysieke gesteldheid van een paard kan worden weergegeven in een grafiek. In de onderstaande grafiek wordt de samenhang tussen de belasting (de training) en het herstel van het paard weergegeven.

In de bovenstaande grafiek zien we verschillende fases met elk zijn eigen kenmerken. We gaan per fase bekijken wat er gebeurt:

 

Fase 1:    Voordat een paard een training ondergaat is zijn fysieke gesteldheid op een bepaald niveau. Dit wordt ook wel het basisniveau genoemd.

 

Fase 2:    Tijdens de training wordt er energie verbruikt. Er treedt vermoeidheid op. Door training wordt er als het ware een aanslag op cellen en organen gepleegd. Het evenwicht van de lichaamspro­cessen wordt verstoord en het niveau van de fysieke gesteld­heid van het paard daalt hierdoor. De snelheid van deze daling is afhanke­lijk van de omvang en intensiteit van de training.

 

Fase 3:    In de rustperiode na de training treedt er herstel op. De vermoeidheid van het paard stimuleert deze herstelprocessen. De aangeslagen cellen en organen proberen te herstellen, de energievoor­raad wordt weer aangevuld en het uitgangs­ni­veau van de fysieke gesteldheid van het paard wordt weer bereikt.

 

Fase 4:    Wanneer de training juist was gedoseerd qua omvang en intensiteit en de rust na de training is lang genoeg dan wordt de fysieke gesteldheid van het paard zelfs beter dan deze voor de training was. Deze fase van verhoogd lichamelijk prestatievermogen wordt overcompensatie genoemd en deze zorgt voor het trainingseffect. Om tot een overcompensatie te kunnen komen zal aan een aantal voorwaar­den voldaan moeten worden. De arbeid moet voldoende zwaar zijn zodat cellen en organen aangeslagen worden en er moet een herstelperio­de volgen.

 

Fase 5:    Wanneer er verder geen trainingen volgen zal op den duur de fysieke gesteldheid van het paard weer op het basisniveau komen zoals aangegeven in fase 1. Op dit niveau onderhoudt het lichaam zijn fysieke gesteldheid op basis van wat er dagelijks van het lichaam gevraagd wordt.