Inleiding

  1. Inleiding: Begin met uit te leggen waarom je het onderzoek gaat uitvoeren. Maak gebruik van dingen die je al weet en de theorie die je al gehad hebt.
  2. Doel: Schrijf vervolgens het doel van het onderzoek op. Het doel omschrijft kort wat je gaat onderzoeken. Een doel van experimenteel onderzoek is altijd een vraag.

Een goede onderzoeksvraag helpt je gericht te zoeken naar informatie.
Een goede onderzoeksvraag is onderzoekbaar.
Je moet waarnemingen kunnen doen om de vraag te kunnen beantwoorden.
 

Opdracht

Hieronder zie je vier onderzoeksvragen:

  1. Groeit tuinkers sneller in het licht of in het donker?
  2. Vinden leerlingen van 14 jaar biologische groente lekkerder dan niet-biologische groente?
  3. Heb ik een goede conditie ten opzichte van mijn klasgenoten?
  4. Hoeveel procent van de jongens heeft een andere kleur ogen dan zijn vader?

Kies één van de bovenstaande onderzoeksvragen uit.
Bedenk samen met een klasgenoot welk experiment/onderzoek jullie zouden kunnen uitvoeren om tot een antwoord op deze onderzoeksvraag te kunnen komen.

Hypothese: Stel je hypothese op door te formuleren wat volgens jou het antwoord is op de onderzoeksvraag.