Alles wat je op een dag eet en drinkt bestaat uit voedingsstoffen. Vandaag ga je onderzoeken hoe het zit met suiker en zuur in je eten en in de drankjes die je drinkt.
Frisdrank is een andere naam voor koolzuurhoudende limonade. De meeste frisdranken bestaan uit: smaakstof , suiker, koolzuurhoudend water. De aroma’s uit een fabriek gebruiken wij bij dit recept niet, maar we halen de geur en smaakstof uit de schil van de sinaasappel en de citroen.
Bij het maken van frisdrank wordt veel citroenzuur gebruikt. Alleen water met een smaakje gaat snel vervelen. Door het een beetje zuurder en frisser te maken, drink je er meer van, vooral als het warm is. Zo verkopen de fabrikanten dus meer frisdrank.
Om siroop langer houdbaar te houden, gaat er veel suiker in. Hoeveel, kun je meten met een ‘refractometer’.
Ook de citroenzuur zorgt ervoor dat het langer houdbaar is. Daarvoor moet de zuurtegraad (pH) tussen de 1 en 4 zijn.
Dit ga je controleren!
Je gaat onderzoeken hoveel procent suiker er in een drankje zit. dat doe je met een speciale meter; de refractometer. Ook ga je ontdekken dat iets wat heel zoet smaakt toch heel erg zuur kan zijn zonder dat je het proeft. Maar je tanden merken het wel!