Stap 2

Protectionisme of vrije handel?
Jarenlang probeerden regeringen hun eigen producten te beschermen tegen andere (goedkopere of betere) producten. Zij maakten producten uit het buitenland duurder dan hun binnenlandse producten. Of zij verboden de invoer van buitenlandse producten. Deze bescherming van binnenlandse producten door de regering van een land noemen we protectionisme (van het Engels woord ‘to protect’ voor beschermen).

 

Protectionisme bestaat uit twee onderdelen invoerrechten en subsidies:

1. Invoerrechten zijn belastingen op producten die in een land worden ingevoerd.  Stel je vindt een fiets uit België mooier of beter dan uit Nederland. Je zou graag de fiets uit België willen kopen, maar door de Nederlandse protectionistische maatregelen is die fiets veel te duur voor je omdat er nog extra belasting over betaald moet worden.


Tegelijkertijd verkoopt Nederland hele goede elektrische fietsen. Iemand uit België zou graag die goede elektrische fiets uit Nederland willen hebben. Maar de Belgische regering denkt dan: wacht even. Nederland maakt onze producten extra duur. Als tegenmaatregel maken wij de Nederlandse producten extra duur. Het gevolg is dat zowel de Nederlander als de België hun fiets niet kunnen kopen.

Als beide regeringen nu afspreken dat ze elkaars producten vrij laten, hoef je geen invoerrechten meer te betalen over de fiets. De Nederlander kan zijn Belgische fiets kopen. België kan zijn Nederlandse elektrische fiets aanschaffen.
Het gegeven dat je zonder beperkingen alle producten van over de hele wereld kunt kopen, noemen we vrije handel of vrijhandel.

2. Subsidies

Niet alleen invoerrechten worden gebruikt om producten uit eigen land te beschermen, ook is er vaak geen eerlijke concurrentie. De Verenigde Staten en de Europese Unie geven hun eigen boeren veel subsidie. Een katoenboer in de V.S. krijgt bijvoorbeeld zo veel subsidie dat de Amerikaanse katoen goedkoper is dan de Afrikaanse. Daardoor kunnen de Afrikaanse boeren hun katoen niet kwijt op de wereldmarkt (Basisboek de Geo, 2013).

 

Tekst 1: staalindustrie in Amerika

Volkskrant, 31 mei 2018 - HANDELSOORLOG STAALINDUSTRIE

Nederlandse staalindustrie lijdt onder Amerikaanse importheffingen, maar de Amerikanen snijden zichzelf hiermee in de vingers

De Amerikaanse importheffingen op Europees staal en aluminium treffen ook Nederlandse bedrijven. De Brabantse trappenbouwer Alumexx verhuist zelfs naar de VS om aan Trumps toorn te ontkomen.

 

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nederlandse-staalindustrie-lijdt-onder-amerikaanse-importheffingen-maar-de-amerikanen-snijden-zichzelf-hiermee-in-de-vingers~b3abc14a/



Vragen

1. Een reclamespreuk uit 1933 was: ‘Koopt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar’. Leg uit waarom deze spreuk haaks staat op vrijhandel. Wie help je met die spreuk wel en wie help je daarmee juist niet?

2. In de tekst las je over subsidies die de V.S. en de EU geven aan boeren. Zoek op internet nog twee andere voorbeelden op van subsidies die door landen of organisaties zoals de EU gegeven worden, waardoor andere landen in het nadeel komen.

3. In tekst 1 over de staalindustrie in Amerika lees je dat Trump invoerrechten heeft ingesteld voor staal uit het buitenland. Er zijn nog vele andere voorbeelden van invoerrechten door landen. Zoek minimaal 2 andere voorbeelden op van landen die invoerrechten heffen op producten uit het buiteland.