Stap 4

Wat weten we over onze kleren?

Introductie

Dit eindproduct bestaat uit twee onderdelen. Eerst gaan jullie wat uitzoeken over jullie kleren vandaan komen. Vervolgens gaan we in de klas een documentaire kijken: China Blue. Bij deze documentaire horen nog enkele vragen. Beide onderdelen moeten in ééń document komen te staan als het wordt ingeleverd. Je krijgt hiervoor een cijfer dat 1x meetelt.

Deel 1

Kleren koop je in een kledingzaak in de winkelstraat of winkelcentrum. Maar voordat die coole jeans, dat leuke jurkje of het gave shirt in de kledingrekken hangt heeft het al een lange wereldreis afgelegd. Het T-shirt of broek die je draagt heeft waarschijnlijk al meer van de wereld gezien dan de jijzelf! Waar komt kleding vandaan? En hoe is het om in die landen te werken?

1. Zoek het made-in label in je kleren. Deze zit in je nek of ergens onderaan in je kleding genaaid. Staat daar een land genoemd? Welk land is dat? Schrijf deze landen op. Er staat soms niet op het label waar de kleding gemaakt is. Zoek dan op internet van het merk waar hun fabrieken staan.

2. Wat weet je van de landen waar je kleding vandaan komt?

3. Zoek de landen op in een atlas. Hoe ver zijn deze landen verwijderd van Nederland? Dus wat is de absolute afstand?

4. De helft van de kleren die je in de Nederlandse winkelstraat kunt kopen wordt gemaakt in China. Zoek in de atlas de kaarten over China met informatie over de economie.

 

Deel 2
Je gaat de film China Blue kijken. Deze film geeft een kijkje in het leven van Jasmine die in een Chinese spijkerbroekenfabriek werkt en woont. Beantwoord de vragen hieronder terwijl je de film kijkt. Lees voordat je de film gaat kijken de vragen goed door, zodat je weet waar je op moet letten!

Vraag 1: waarom werkt Jasmine in de spijkerbroekenfabriek? Jasmine werkt in de spijkerbroekenfabriek omdat:

 

 

 


Bij de onderstaande invuloefening zet je jouw antwoord in de tekst maar geef je het een rode kleur.

Vraag 2: hoeveel werkt Jasmine in de week? Jasmine werkt …... dagen in de week in de spijkerbroekenfabriek. De dag begint om …... uur en overwerk gaat om …... in. Soms werkt ze wel …... uur op een dag. ‘s Middags heeft ze pauze, maar de populairste pauze is die rond …............., want dan …….............….........................…………. .

Vraag 3: hoeveel verdient Jasmine als losse-draadjesknipper? Jasmine verwerkt …... broeken per uur. Per broek krijgt ze …... betaald. Bij elkaar is dat een bedrag van …... per uur. Als er veel bestellingen zijn kan ze per maand tussen de …... en de …... verdienen, anders tussen de …... en de …... per maand.

Vraag 4: hoeveel winst maakt de directeur per maand? Meneer Lam produceert …............ broeken per maand. Per broek maakt hij …............ winst. Dat is in totaal …............ .

Vraag 5: Hoeveel betaalt de klant voor de spijkerbroeken? De Engelse klant betaalt voor de jeans.

 

 

 

 

Vraag 6: Heeft Jasmine tijd om na haar werk andere dingen te doen? Zo ja, welke dingen dan?

 

 

 


Vraag 7: Op een moment accepteren Jasmine en haar collega’s de manier waarop ze behandeld worden niet meer. Wat gebeurt er? Vind je dat terecht?