Bier is een eeuwenoud drankje. Er zijn talloze bewijzen over de lange geschiedenis van bier. In wat vandaag de dag Iran is, is tot op heden het oudste bewijs van het biologische gistingsproces gevonden: aardewerken vazen van meer dan 7000 jaar oud. Deze primitieve bieren bevatten weinig alcohol. Pas toen het mouten werd ontdekt, ging het bier meer alcohol bevatten. Deze ontdekking werd gedaan door de Mesopotamiërs in 3000-2000 voor Christus.
De allereerste biertjes werden gemaakt van een pap van gerst en emmer (een soort tarwe). Men bakte van deze ingrediënten een soort brood dat van buiten gaar was, maar van binnen nog week. Als men zin had in bier, werd het brood gewoon even in water geweekt. Aan dit "bier" werden vaak extra toevoegingen gedaan, zoals honing of kruiden.
Lange tijd werd bier beschouwd als drinkbaar brood en brood als eetbaar bier. Overal waar granen verbouwd werden, werd bier gebrouwen en brood gebakken. Beide voedingsmiddelen hebben immers dezelfde grondstoffen! In de Oudheid was bier daarom een even belangrijke voedingsbron als brood. En wat ook erg belangrijk was, was dat bier veilig was om te drinken, in tegenstelling tot het doorgaans vervuilde rivierwater.
In de vroege Middeleeuwen is het brouwen van bier een huishoudelijke bezigheid, voorbehouden aan vrouwen. Naast brood bakken en wassen, brouwen zij voor het gezin een stevig potje bier. Om in hun levensonderhoud te voorzien, brouwen ook kloosterlingen (monniken en nonnen) verschillende bieren.
Bier was één van de normaalste drankjes in de middeleeuwen. Het werd dagelijks gedronken door alle klassen van de samenleving in Noord- en Oost Europa, waar het moeilijk tot onmogelijk was om druiven te verbouwen. Hoewel wijn (van allerlei verschillende kwaliteitsniveau's) het meest alledaagse drankje in Zuid-Europa was, was bier zeer populair bij de laagste klasse van de samenleving. Omdat de reinheid van water maar zelden gegarandeerd kon worden, waren alcoholische drankjes zeer populair, aangezien deze tijdens het brouwproces aan de kook zijn geweest.
Hop wordt aan bier toegevoegd ten behoeve van de bittere smaak, het behoud van het drankje en voor de aroma. Maar deze toevoeging is relatief nieuw. In de middeleeuwen werden allerlei mixjes van kruiden toegevoegd aan bier voordat hop gebruikt werd. Deze mix van kruiden is beter bekend als gruit. Hop werd in Frankrijk rond 800 na Christus verbouwd. Het oudste geschreven document waar hop in bier genoemd is, stamt uit 1067. Het is geschreven door Abbess Hildegard van Bingen: "Als iemand probeert bier te maken uit haver, wordt hop gebruikt."
Gedurende de 14e en 15e eeuw veranderde het brouwen van een familieactiviteit die thuis plaatsvond, naar een ambacht. Kroegen en kloosters brouwen hun eigen bier voor massa consumptie.