Opdracht Binnencirkel - buitencirkel

Binnencirkel – buitencirkel

Vorm met de groep twee cirkels. De docent stelt een open vraag, bijvoorbeeld: wie ben jij? De kinderen in de buitencirkel geven antwoord, de kinderen in de binnencirkel luisteren. Daarna geven de kinderen van de binnencirkel hun antwoord. Vervolgens draait de buitencirkel vijf plaatsen door. Dan stelt de docent een nieuwe vraag en geven weer de kinderen in de buitencirkel eerst antwoord. Daarna geven de kinderen van de binnencirkel hun antwoord. 
De vaardigheden die aan bod komen, zijn: luisteren en leer elkaar kennen