Dit deel bestaat uit 5 stappen. Werk ze één voor één door.
stap |
activiteit |
|
|
Stap 1 |
|
Woordjes |
Je oefent de woorden en zinnen. |
Stap 2 |
|
Grammatica |
Je leert de 1e en 4e naamval van het persoonlijk voornaamwoord. |
Stap 3 |
|
Lezen en spreken |
Je leest een tekst over huisdieren en vertelt er in de klas over. |
Stap 4 |
|
Lezen en kijken |
Je leest en kijkt naar een sprookje. |
Stap 5 |
|
Spreken |
Je doet mee aan speeddating. |