Je gaat nu vragen beantwoorden over jouw huisdieren.
Beantwoord de vragen in het Duits in jouw schrift. Maak hele zinnen.
(Als je zelf geen huisdier hebt, beschrijf je het huisdier van iemand anders.)
Gebruik woordenlijst C:
![]() |
Wortschatz C |
Schrijf de antwoorden op deze vragen in je schrift:
Bespreek daarna de antwoorden in de klas.