Het is erg belangrijk om te letten op je eigen veiligheid en die van anderen als je werkt met een domoticasysteem (en bijbehorende actoren en sensoren). Voordat je start met de praktische opdrachten moet je dit hoofdstuk dus goed doornemen.
De meeste domoticasensoren in dit systeem werken op batterijen. Die spanning is niet direct gevaarlijk. Voordat je een sensor monteert moeten meestal de batterijen al geplaatst worden.
Als je met een sensor werkt die op 230 Volt wordt aangesloten moet je natuurlijk zonder spanning werken (dus bij montage of onderhoud).
Actoren zijn de bewegende of schakelende onderdelen in een systeem. Dat zijn meestal de apparaten die op 230 Volt werken. Die spanning is wel gevaarlijk. Schakel de spanning dus altijd uit voor montage en onderhoud.
Daarnaast zijn actoren vaak apparaten die veel kracht hebben (duwen, trekken, draaien en zo) of heel heet kunnen worden (lampen, verwarming en zo). Denk maar eens aan de motoren van een rolluik of een zonnescherm.
Het domoticasysteem in deze opstelling is Domoticz op een Raspberry Pi. Deze werkt op een laag voltage (5 Volt). Dit is niet gevaarlijk voor je gezondheid. Zorg er natuurlijk altijd voor dat er geen water of vocht bij het systeem kan komen, dus plaats hem op een droge en veilige plek.
Voor de opdrachten die hierna komen zul je ook zien dat voor de onderdelen die ingebouwd moeten worden (en op 230 Volt werken) altijd spanningsloos gemonteerd moet worden. Dat staat bij de opdrachten beschreven. Houd je altijd aan de veiligheidsafspraken!