Nederland en Spanje nemen maatregelen om het versterkte broeikaseffect tegen te gaan. We nemen er twee onder de loep.
Maatregel 1
Voor de opwekking van elektriciteit worden minder fossiele brandstoffen gebruikt en meer schone energiebronnen ingezet: windkracht, waterkracht en zonne-energie. Het inzetten van kernenergie staat ter discussie, zeker na het ernstige ongeluk met de kerncentrale in Fukushima, Japan (2011).
Elektriciteitscentrales die met behulp van fossiele brandstoffen elektriciteit opwekken, stoten CO2 uit. Denk aan steenkool, aardgas, bruinkool of aardolie. Centrales die op kernenergie, waterkracht, windkracht of zonne-energie draaien, doen dat niet. De meeste CO2 komt vrij bij het verbranden van steenkool, het minst bij het verbranden van aardgas. Je vermindert dus al de uitstoot van CO2 als je centrales op aardgas laat lopen in plaats van een andere fossiele brandstof. Hoe dan ook, de voorraad fossiele brandstoffen is eindig. Het raakt op.
Maatregel 2
Met verschillende maatregelen wordt het gebruik van (deels) elektrische voertuigen gestimuleerd ter vervanging van benzine-, diesel- en lpg-voertuigen. De laatste categorie stoot veel CO2 uit. Elektrische voortuigen zijn een stuk schoner maar vragen wel weer een heel eigen infrastructuur, zoals snelle oplaadpunten. Het gebruik van schone auto’s die weinig of geen CO2 uitstoten, wordt aangemoedigd door een belastingmaatregel, de bijtelling. Hoe die maatregel werkt, lees je in de eerste alinea opdeze website.
Spanje is op het punt van de elektrische infrastructuur nog lang niet zover als Nederland.