Cultuurtechniek bestaat uit 240 uur onderwijstijd, huiswerk en zelfstandige praktijkopdrachten. Straks als de toetsweek is geweest heb je 45 lesuren gehad en ongeveer 60 huiswerkuren. Om de overige 135 uur op te vangen krijg je praktijkopdrachten die je zelfstandig uitvoerd. Je regelt hiervoor zelf een bedrijf in je vrije tijd. Dit mag ook op je werk.
Er staan twee opdrachten gegeven, krijg je een klus die vergelijkbaar is (grootte, moeilijkheidsgraad) dan mag dat ook. Zorg ervoor dat je goede begeleiding krijgt van je opdrachtgever / praktijkbedrijf. Gebruik de opdrachten wel als leidraad voor je verslag.
Als je deelneemt aan de minigraafcursus en je behaald het certificaat dan kun je daarmee vrijstelling krijgen voor de 2 praktijkopdrachten. De opdrachten moeten af zijn voor de toetsweek begint.
Uitvoeren op BPV:
- Machines voorbereiden voor- en uitvoeren transport;
- Inmeten en uitzetten;
- Grondverzet (bijvoorbeeld uitgraven eenvoudig cunet, vijver of spitten met een hgm/minigraver, machinaal verplaatsen van grond);
- Cultuurtechnisch werk in de openbare ruimte (snoeien, snipperen, gladheidsbestrijding, bermen maaien, klepelen);
- Eenvoudige verhardingswerkzaamheden (bijvoorbeeld het opbouwen en verdichten van een cunet, hoogtes uitzetten, banden zetten en bestrating aanbrengen);
- Kabels en leidingen (aanwezigheid, risico's en te nemen maatregelen);
- Veilig werken langs de weg.
00. Uitleg praktijkopdrachten.docx
01. Machines voorbereiden voor- en uitvoeren transport.docx
04. Cultuurtechnisch werk in de openbare ruimte.docx