Thema eigen presentatie

Dit thema ga je verdiepen in een onderwerp wat je dit jaar gehad hebt. Dit onderwerp ga je nog meer verdiepen en uiteindelijk voor de klas presenteren. Dit doe je in tweetallen. Je mag zelf kiezen welke van alle thema’s die je dit jaar hebt gehad verder uitwerkt. De presentatie die je gaat houden duurt 6 minuten. Het allerbelangrijkste is dat het echt een verdieping wordt en niet dat je het thema herhaalt!

Stap 1: Je kiest een onderwerp uit.

Stap 2: Daarbij verzin je een hoofdvraag en twee of drie deelvragen, daarbij zorg je dat je die verdieping zoekt.

Stap 3: Je beantwoord deze vragen, je schrijft daarbij de bronnen op die je gebruikt hebt.

Stap 4: Maak er een PowerPoint presentatie van, denk hierbij aan lay-out en afbeeldingen

Stap 5: Oefenen je presentatie zodat je hem goed kunt voor de klas.

Uitstekend

Goed

Voldoende

Matig

Onvoldoende

Ik heb nieuwe informatie gevonden over het thema en ben daarbij origineel geweest.

Ik heb nieuwe informatie gevonden over het thema of ben daarbij origineel geweest.

Ik heb niks extra’s gedaan.

Ik heb niks extra’s gedaan.

Ik heb niks extra’s gedaan.

Ik heb aan mijn presentatie veel aandacht besteed, er zitten duidelijke afbeeldingen in die ook iets toevoegen aan het verhaal

Ik heb aan mijn presentatie aandacht besteed, daarbij heb ik plaatjes gebruikt.

Ik heb een presentatie gemaakt, hierbij zit alles duidelijk in

Ik heb een presentatie gemaakt, maar die is niet netjes afgewerkt.  

Ik heb geen presentatie gemaakt

Ik heb vier deelvragen. Ik heb mijn deelvragen allemaal goed uitgewerkt.

Ik heb drie deelvragen. Ik heb mijn deelvragen allemaal goed uitgewerkt.

Ik heb mijn drie deelvragen uitgewerkt, maar het is niet heel uitgebreid

Ik heb mijn deelvragen niet goed uitgewerkt

Ik heb mijn deelvragen niet gemaakt.

Ik heb een goede hoofdvraag bedacht, die aansluit bij mijn deelvragen. Het antwoord op mijn hoofdvraag heb ik goed en uitgebreid beantwoord.

Ik heb een goede hoofdvraag bedacht, die aansluit bij mijn deelvragen.

Ik heb een hoofdvraag bedacht

Ik heb een hoofdvraag bedacht, maar die sluit niet aan bij mijn deelvragen

Ik heb geen vragen bedacht.

Ik kan goed bepalen wat ik wil overbrengen en houd daarbij volop rekening met de personen voor wie mijn presentatie bedoeld is.

Ik kan vaak goed bepalen wat ik wil overbrengen en ik houd daarbij meestal rekening met de personen voor wie mijn presentatie bedoeld is.

Ik kan goed bepalen wat ik wil overbrengen, maar houd niet altijd rekening met wat ik wil overbrengen

Ik vind het lastig om te bepalen wat ik wil overbrengen en ik houd daarbij niet altijd rekening met de personen voor wie mijn presentatie bedoeld is.

 

Ik heb hulp nodig om te bepalen wat ik wil overbrengen en hoe ik daarbij rekening kan houden met de personen voor wie mijn presentatie bedoeld is.

Mijn presentatie heeft een duidelijke opbouw en is goed te volgen.

Mijn presentatie heeft een duidelijke opbouw en is behoorlijk goed te volgen.

Mijn presentatie heeft meestal een duidelijke opbouw en is behoorlijk goed te volgen.

Ik vind het lastig om mijn presentatie duidelijk op te bouwen. Daardoor is die voor anderen soms moeilijk te volgen.

 

Ik heb hulp nodig om mijn presentatie duidelijk op te bouwen. Anders is die waarschijnlijk voor anderen niet te volgen.

 

Ik spreek duidelijk en vloeiend.

 

Ik spreek duidelijk

Als ik er goed op let, spreek ik duidelijk en vloeiend.

Ik spreek niet altijd duidelijk en vloeiend.

 

Ik heb moeite met duidelijk en vloeiend spreken.

 

Ik heb bij het spreken genoeg aan een paar trefwoorden op papier.

 

Ik heb bij het spreken tamelijk uitgebreide aantekeningen nodig.

Ik heb bij het spreken uitgebreide aantekeningen nodig, hier kijk ik af en toe op.

Ik vind het lastig om niet steeds alles van papier voor te lezen.

Ik lees bijna alles letterlijk van papier op.

Ik let goed op mijn lichaamshouding en houd bewust contact met het publiek.

 

Ik let meestal op mijn lichaamshouding en heb regelmatig contact met het publiek.

Ik let op mijn lichaamshouding, maar heb niet regelmatig contact met het publiek

Ik denk vaak niet na over mijn lichaamshouding en heb maar af en toe contact met het publiek.

 

Als anderen mij erop wijzen, dan denk ik aan mijn lichaamshouding en maak ik contact met het publiek.

Ik kan goed reageren op vragen, ook als ik het antwoord niet weet.

Ik kan meestal goed reageren op vragen, ook als ik het antwoord niet weet.

Ik kan meestal goed reageren op vragen, maar niet als ik het antwoord niet weet.

Ik vind het lastig om op vragen te reageren, zeker als ik het antwoord niet weet.

 

Ik wil liever geen vragen, ik kan er bijna nooit goed antwoord op geven.