Stap 2: Gevolgen voor de vegetatie en landbouw

Voor de vegetatie en landbouw in Nederland en Spanje heeft de opwarming van de aarde al enkele gevolgen. Volgens deskundigen bestaat de kans dat die gevolgen de komende tientallen jaren steeds duidelijker merkbaar zullen zijn.

Vegetatie
Het is al gebleken dat planten beter groeien naarmate er meer CO2 in de lucht zit. Dat geldt ook voor sommige landbouwgewassen. Dankzij de toenemende hoeveelheid CO2 in de lucht wordt de opbrengst van de teelt van deze gewassen hoger.

Ook is al vastgesteld dat het groeiseizoen door de opwarming van de aarde gemiddeld eerder in het jaar begint en langer wordt. Het is steeds vroeger in het jaar warm genoeg voor planten om te groeien en te bloeien. Deskundigen verwachten dat het groeiseizoen de komende tientallen jaren nog langer wordt. In januari 2018, hartje winter, verscheen in de krant dit artikel over de extreem vroege bloei van bepaalde bloemen en planten. In het artikel worden mooie voorbeelden gegeven van de gevolgen van dit vroege groeiseizoen.

Ten slotte verdwijnen er nu al soorten planten zowel uit Nederland als uit Spanje. In beide gevallen wordt het ze te warm; de vegetatie verschuift noordwaarts, naar streken waar het koeler is. Daar komen weer andere soorten voor in de plaats.

Ook dat zal volgens deskundigen de komende tijd doorgaan. Dat betekent wel dat in beide landen de voedselpiramide verandert. Dat is een systeem waarin dieren en planten van elkaar afhankelijk zijn. Onderin de piramide zitten planten en plantenresten. Ze worden gegeten door dieren die op hun beurt door andere dieren worden gegeten. Als er plantensoorten verdwijnen en plaats maken voor andere, verandert daardoor de onderste laag van de piramide en dat heeft weer invloed op de lagen daarboven.
Nederland zal in de komende tijd een weelderige vegetatie met bossen en weiden hebben dankzij het natte klimaat. In Spanje zal de vegetatie steeds meer lijden onder droogte en uitdroging van de bodem. Een bijkomend verschijnsel is het vaker voorkomen van bosbranden. Het seizoen waarin bosbranden meer kans hebben, wordt langer. In de zomer en herfst van 2017 werden Portugal en Spanje geteisterd door hevige bosbranden. Er vielen toen meer dan 100 doden. Maandenlang hoorde je er ieder dag over in het nieuws.

 

Maar wat hebben deze bosbranden nu te maken met de opwarming van de aarde?

 

Landbouw in de toekomst
In Nederland blijft intensieve landbouw mogelijk, ook als het warmer wordt. We houden een nat klimaat en de temperatuurstijging van maximaal 1°C is voor de landbouw niet per se een nadeel. Het blijft dus mogelijk om voldoende voedselgewassen te telen, maar ook grote hoeveelheden handelsgewassen. Misschien dat tomaten, paprika’s, perziken en andere gewassen straks in de buitenlucht kunnen worden verbouwd, zoals in Spanje. Nu worden ze nog in kassen geteeld.

Daar staat tegenover dat gewassen meer bedreigd gaan worden door insecten en andere dieren. Voor de landbouw schadelijke dieren overleven de zachte winters, die in Nederland vaker zullen voorkomen. Ook zullen we bepaalde gewassen niet meer kunnen verbouwen als de temperatuur meer dan 1°C gaat stijgen. Daarnaast zal de onregelmatige neerslagverdeling ervoor zorgen dat we meer kans hebben op misoogsten. Extreme regenbuien en periodes van droogte zullen elkaar afwisselen, wat ervoor zorgt dat gewassen weg kunnen spoelen of juist dood gaan door watertekort. Watermangement zal in Nederland dus belangrijk blijven. We moeten een goed irrigatie- en drainagesysteem aanleggen.


Over de toekomst van de landbouw in Spanje zijn deskundigen minder optimistisch. Nu al is een groot deel van de Spaanse bodem alleen geschikt voor extensieve landbouw of extensieve veeteelt. Denk daarbij aan de grootschalige aanplant van olijfbomen of het laten grazen van schapen en runderen op grasland. Alleen waar voldoende water voorhanden is, kan aan intensieve landbouw worden gedaan.

Naarmate de aarde verder opwarmt zal de landbouw in Spanje steeds meer te kampen krijgen met een watertekort omdat de regenval afneemt en de droge periode langer wordt. De bodem zal op meer plaatsen en vaker uitdrogen en het wordt moeilijker om aan water te komen om er akkers mee te bevloeien. Waar de bodem uitdroogt, groeit er niets meer totdat er weer regen valt of de grond er wordt geïrrigeerd. In delen van Murcia, Andalusië, Aragón, Castilië en Valencia dreigt de bodem zelfs te verwoestijnen, waardoor deze voorgoed ongeschikt wordt voor landbouw. De productie van voedsel- en handelsgewassen in Spanje dreigt terug te lopen.

De veranderingen in de landbouw zullen wereldwijd voorkomen. De voedselzekerheid komt door de groeiende bevolking in het gedrang. We zullen dus verantwoord om moeten gaan met de flora en fauna, zodat we ook in de toekomst nog voldoende eten zullen hebben.