Als een plant groot genoeg is, komen er bloemen aan de plant. Deze bloemen kunnen later vruchten worden, die door mensen of dieren gegeten worden.
Voordat een bloem uit kan groeien tot een vrucht, moet deze eerst bevrucht worden. Daarvoor is eerst bestuiving nodig. Bij bestuiving komen er stuifmeelkorrels uit de meeldraden (mannelijk) op de stempel van de stamper (vrouwelijk). Bestuiving kan plaatsvinden door dieren (hommels en bijen) of door de wind. Bevruchting vindt plaats in het vruchtbeginsel: de mannelijke zaadcel uit de stuifmeelkorrel versmelt met de eicel in het zaadbeginsel.
Hoe groeit een tomaat?