Omdat het verbergen van berichten maar een betrekkelijke veiligheid biedt, bedacht men ook een andere methode om berichten veilig te versturen: cryptografie.
Het begrip is samengesteld uit de twee oud-Griekse woorden kruptos en graphein, die samen ‘geheim schrijven’ betekenen. Je schrijft iets, maar de betekenis van wat je schrijft is geheim, is verborgen voor iemand die niet weet welke sleutel je hebt gebruikt om het onleesbaar te maken.
In de basis werken cryptografie modellen altijd op eenzelfde manier. Het oorspronkelijke bericht, dat klare tekst wordt genoemd, wordt versleuteld. Het resultaat daarvan is een geheime tekst die je niet meer kunt lezen. Om de tekst weer te kunnen lezen moet je de geheime tekst ontcijferen. Versleuteling (vercijfering) wordt ook encryptie genoemd. Ontcijfering wordt decryptie genoemd.
De termen cijfer(schrift) en code worden vaak door elkaar gebruikt, maar in de cryptografie is er een verschil.
Met een code vervang je een woord of zinsnede door een symbool, getal of woord. De code 007 kent iedereen als de aanduiding van de Britse geheim agent James Bond. De bedoeling van de code is om de ware identiteit te verhullen.
Het cijferschrift werkt op een elementairder niveau omdat er letters mee worden vervangen. Elke letter zou je kunnen vervangen door de volgende letter in het alfabet. ‘Enigma’ wordt dan ‘Fojhnb’.