Enigma - 2

Met de Enigma hadden de Duitsers na de Eerste Wereldoorlog een apparaat dat de Britse cryptoanalisten voor een raadsel plaatsten. Het lukte hen net zomin als de Fransen en Amerikanen om het Enigma-cijfer te breken.

In de jaren dertig was de Poolse inlichtingendienst ‘Biuro Szyfrów’ al begonnen met een project om de Enigma-codes te ontcijferen. Nadat ze een replica van de Enigma in handen kregen, ging de wiskundige Marian Rejewski met hulp van Henryk Zygalski en Jerzy Rozycki aan de slag.

Zoals we al eerder gezien hebben is het vinden van patronen in berichten een middel om de zwakke plek in een cijfermethode te vinden. Rejewski ontdekte dat iedere Duitse boodschap een berichtsleutel had, die tweemaal werd vercijferd aan het begin van elk bericht. Rejewski zocht naar alle mogelijke patronen en koppelde die met de rotorinstellingen van de Enigma. De eerste berichten werden in 1932 gekraakt en de ontcijferingsmethoden werkten tot eind 1938 toen de Duitsers de procedures verbeterden. De Duitsers vergrootten het aantal instellingen van de Enigma, waardoor de methode haar efficiëntie verloor.

Daarop besloot de Poolse inlichtingendiensten in juli 1939 hun vondsten aan de Britten te geven. Zij gebruikten deze informatie vervolgens bij het opzetten van hun eigen team cryptologen in Bletchley Park om de Enigma te kraken. In dat team zaten onder meer de wiskundigen Alan Turing en Gordon Welchman.

Dit zogeheten ‘Project Ultra’ zou uiteindelijk een sleutelrol spelen in het verdere verloop van de Tweede Wereldoorlog door de onderschepping van geheime Duitse communicatie.