Write it down (3)

Stel jezelf voor
Opdracht:
Bij een bezoek aan buitenlandse gasten aan je school (bijvoorbeeld bij een uitwisseling) kun je jezelf voorstellen.

Extra:
Je kent voldoende uitdrukkingen om jezelf voor te stellen.

A short letter
Opdracht:
Je kunt een buitenlandse kennis een persoonlijk briefje sturen.

Extra:
Je gebruikt informele taal over dagelijkse zaken (om ergens voor te bedanken
of om te vertellen hoe het gaat. Het kan ook een begeleidend briefje bij een cadeautje zijn.)