Grammar (1)

Als je de opdrachten, die bij dit thema horen, goed wilt doen, zul je ook iets moeten weten over de taalregels, de grammatica - Grammar.
Je gaat leren over:
- de persoonlijke voornaamwoorden;
- het werkwoord zijn ( to be );
- de onvoltooid tegenwoordige tijd ( simple present );
- Over ieder onderwerp bestudeer je de theorie van Engels
en maak je een of enkele oefeingen.
Good luck!