Opgave 11

Bij een ketting van machientjes is de uitvoer een functie van de invoer . Dat
wil zeggen: als je een invoer kiest, ligt de daarbij behorende uitvoer vast.
We noteren: .
In de Intro heb je twaalf grafieken gezien. Zes daarvan waren voorbeelden van
functies, de andere zes kunnen onmogelijk de grafiek van een functie zijn.

Je kunt een functie beschouwen als een machine. Daarin kun je getallen
invoeren. In het inwendige van de machine gebeurt het een en ander.
Daarna voert de machine een getal uit.
De uitvoer hangt af van de invoer.

Bij een getal als invoer hoort nooit meer dan één getal als uitvoer.


De invoer en uitvoer hoeven niet per se getallen te zijn. Maar voorlopig is dat
voor ons wel het geval. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk bekijken we ook
andere soorten functies.