2.2 Regels bij de beoordeling van periodetoetsen

                             (1) aanwezigheid in lessen

                             (2) inzet in de lessen, zoals maken van huiswerk, actief en constructief meedoen,werken met de taal- en rekenboeken en/of de licentie volgens instructies van de docent, actief gebruikmaken van faciliteiten

                             (3) inzet voor de toetsen, zoals serieuze toetsvoorbereiding, aanwezig zijn op de toetsmomenten,volgens inschatting docent maximale toetsprestatie leveren met evt. gebruikmaking van faciliteiten.

                             (4) Je maakt volgens de met jou gemaakte afspraken gebruik van de ondersteuningslessen.

                             (5)  Je voldoet wel aan de overgangseisen voor het beroepsdeel en loopbaan- en burgerschapsdeel van de opleiding.

                             (6) Je bent bereid je aan de gestelde overgangsvoorwaarden te houden, bv. het maken van een rekentaak, het regelen van bijles enz.