Kerntaken, wp en competenties

De kennis en vaardighedenlijn verwijst naar de volgende Kerntaken en werkprocessen, beroepsspecifieke onderdelen:


B1-K1: Triëren
B1-K1-W1: Neemt de hulpvraag in behandeling
B1-K1-W2: Verwerkt patiëntgerelateerde informatie

Specifiek gaat het om onderstaande vakkennis en vaardigheden:

 

B1-K1: Triëren (Bron: KD 2015)


Complexiteit
De doktersassistent is in staat om op elk moment haar deskundigheid in te zetten t.b.v. de triage om de actuele
gezondheidssituatie van de patiënt te bepalen. Zij verwerft en combineert (waar mogelijk) brede en specialistische
kennis en vaardigheden en analyseert de hulpvraag om een gedegen triage uit te voeren. Zij weet risico's in te
schatten en vraagt door op aard en de urgentie van de klacht. De doktersassistent stelt de urgentie van een
hulpvraag vast en combineert gegevens die uit de observatie naar voren komen. Zij past zelfstandig protocollen
en/of werkafspraken toe. Zij kan zo nodig beargumenteerd hiervan afwijken. Zij past haar handelen aan, aan de
behoeften van en/of diversiteit van de patiënten. Taken op het gebied van triëren zijn over het algemeen gemiddeld
complex tot hoog complex. Op basis van de triage bepaald zij de vervolgstap en kan hierbij gebruik maken van
protocol of afstemming met de arts.


Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De doktersassistent neemt verantwoord beslissingen over vervolgstappen op basis van haar bevoegdheden en
bekwaamheden. Zij stemt haar werk af met de patiënt, arts en andere betrokkenen bij het zorgverleningstraject en
benut daarbij haar kennis en ervaring. Zij vervult tijdens het triëren een representatieve, adviserende en
ondersteunende rol. Zij werkt zelfstandig en handelt volgens protocollen, professionele richtlijnen en
werkafspraken, en wijkt hiervan zo nodig af op basis van haar vakkennis en werkervaring. Zij is verantwoordelijk
voor haar eigen handelen.

B1-K1: Triëren
Vakkennis en vaardigheden
De beginnend beroepsbeoefenaar:

B1-K1-W1: Neemt de hulpvraag in behandeling
Omschrijving
De doktersassistent verwelkomt de patiënt aan de telefoon, in de praktijk, op de polikliniek of in een andere setting
en vraagt naar de reden van contact. Ze brengt het probleem en de risicovolle of complexe situatie in kaart en maakt
daarbij gebruik van erkende triagemethodieken. De doktersassistent verheldert de hulpvraag en stelt de aard van de
klacht en spoedeisendheid vast. Bij twijfel over de spoedeisendheid van de hulpvraag of de noodzaak voor een
consult overlegt zij met de behandelaar. Ze kiest een vervolgstap die kan bestaan uit bijvoorbeeld informatie
verstrekken, advies geven en/of het plannen van een afspraak. Zij stelt de patiënt en eventuele betrokkene(n) op de
hoogte, checkt of de informatie duidelijk en het vervolgbeleid akkoord is.
Resultaat
De doktersassistent heeft de hulpvraag op de juiste wijze vastgesteld en gekanaliseerd en op een zorgvuldige en
efficiënte wijze afgehandeld.
Gedrag
De doktersassistent:
- behandelt de patiënt onbevooroordeeld, respectvol en zorgvuldig;
- concretiseert de zorgvraag door specifieke vragen te stellen;
- laat met non-verbale signalen zien aandacht en interesse te tonen;
- is in staat om snel veel informatie in zich op te nemen;
- raadpleegt (bij twijfel) altijd de arts om beeld van de zorgvraag te toetsen;
- gaat discreet om met gevoelige/vertrouwelijke informatie;
- blijft in stressvolle (onvoorziene of spoedeisende) situaties gericht op het werk en de zaken die gedaan moeten
worden;
- maakt duidelijke afwegingen om een krachtige beslissing te nemen.


De onderliggende competenties zijn: Beslissen en activiteiten initiëren, Aandacht en begrip tonen, Samenwerken en
overleggen, Ethisch en integer handelen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Met
druk en tegenslag omgaan

B1-K1-W2: Verwerkt patiëntgerelateerde informatie
Omschrijving
De doktersassistent verzorgt administratieve werkzaamheden behorend bij het eigen werk. Zij registreert digitaal
NAW-gegevens en BSN nummer in het medisch dossier/het geldende informatiesysteem. Zij registreert relevante
gegevens in de dossiers en houdt gegevens actueel. Zij beheert en archiveert de medische dossiers. Zij zorgt dat
gegevens ook voor overige bevoegden toegankelijk zijn. De doktersassistent zorgt voor de verwerking van relevante
informatie aan zorgverzekeraars en andere disciplines.
Resultaat
De doktersassistent heeft gegevens volledig en betrouwbaar - volgens geldende procedures, richtlijnen en wet- en
regelgeving - vastgelegd, beheerd en gearchiveerd.
Gedrag
De doktersassistent:
- registreert alle benodigde gegevens van de patiënt accuraat in medisch dossier/ informatiesysteem;
- zorgt dat gegevens begrijpelijk en uitwisselbaar zijn;
- gebruikt passend woordgebruik en juiste zinsopbouw bij het opstellen van onder andere rapportages
- zorgt voor een nauwkeurig uitgevoerde informatieverwerking volgens geldende procedures;
- stelt op verzoek tijdig en snel informatie ter beschikking aan (bevoegde) derden (zorgverzekeraars);
- werkt zorgvuldig volgens het geldende beroepsgeheim;
- archiveert accuraat en volgens geldende protocollen (medische) dossiers.


De onderliggende competenties zijn: Instructies en procedures opvolgen, Formuleren en rapporteren, Op de
behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Ethisch en integer handelen