De gegevens voor het informatiesysteem
Om een informatiesysteem te kunnen ontwikkelen, is deskundigheid nodig over het onderwerp. Maar ook over het proces zelf. Dus over hoe het ontwikkeltraject van een informatiesysteem verloopt. Meestal berust de deskundigheid over het onderwerp en het ontwikkeltraject niet bij dezelfde mensen. Vaak zijn er verschillende partijen betrokken bij het ontwikkelen van het informatiesysteem:
Het is niet altijd makkelijk om erachter te komen wat de precieze informatiebehoefte is. Het verwerken van informatie gaat vaak onbewust. Daarnaast is het ook lastig om de informatiebehoefte onder woorden te brengen. De informatieanalist gebruikt daarvoor speciale technieken zoals enquĂȘtes, interviews, groepsoverleg en observaties.
In ons voorbeeld van het ontwikkelen van een informatiesysteem voor herkansingen is er bij het onderzoek naar de informatiebehoefte gekeken naar de overzichten die in de docentenkamer worden opgehangen.
Hieronder zie je een fragment van de lijsten zoals die door de administratie worden gemaakt:
voornaam | achternaam | klas | vak | docent |
Rob | Jansen | 4Va | sp | agu |
Peter | Hoekstra | 4Hb | ak | bht |
Jessica | Veerman | 4Hc | sk | kox |
Ellen | Reinsma | 4Vb | en | kng |
De overzichtslijst die in de docentenkamer wordt opgehangen, is een zogenaamd startdocument. Startdocumenten worden gebruikt om te beschrijven om welke informatie en informatieverwerkende processen het gaat.
De informaticadocent signaleert al snel een probleem. Als er twee leerlingen met dezelfde voor- en achternaam in de lijst voorkomen, kan dat verwarrend zijn. Er wordt daarom besloten om een leerlingnummer te gaan gebruiken voor de identificatie van een leerling.