★ Aan de slag 31

Opgave 1

Elk feittype heeft tenminste één uniciteitsbeperking.

  1. Wat houdt een uniciteitsbeperking in?
  2. Waarom moet ieder feittype tenminste één uniciteitsbeperking hebben?
  3. Waarover wordt de uniciteitsbeperking gelegd?

 

Opgave 2

Het model herkansingen is in CaseTalk geopend.
Breng in het IGD uniciteitsbeperkingen aan over de rollen in de objecttypen Leerling en Klas.