Ordenen

De volgende stap in de analyse is het herkennen van patronen in de verzamelde feitexpressies. De feitexpressies met een overeenkomstig patroon worden ingedeeld in een groep (klasse). Dit wordt classificeren genoemd. We kijken nog eens naar de voorbeeldzinnen die gemaakt zijn voor het model van de herkansingen.

Leerling 86139 heeft naam Jessica Veerman.
Leerling 86141 heeft naam Rob Jansen.

Leerling 86147 heeft naam Peter Hoekstra.

Leerling 86139 zit in klas 4Hc.
Leerling 86141 zit in klas 4Va.
Leerling 86147 zit in klas 4Hb.

Leerling 86139 heeft vak sk van docent kox.
Leerling 86141 heeft vak sp van docent agu.
Leerling 86147 heeft vak ak van docent bht.

Alle feitexpressies met hetzelfde patroon zijn al bij elkaar geplaatst. In de lijst zie je drie groepen zinnen (drie klassen). Aan elke groep moet een betekenisvolle naam worden gegeven. Dat zou respectievelijk Leerlingnaam, Leerlingklas en Leerlingdocent kunnen zijn. Het geven van betekenisvolle namen aan zinnen die geclassificeerd zijn, wordt kwalificeren genoemd.