Voor het visualiseren van een datamodel met daarin de relaties tussen de verschillende typen maken we gebruik van een casetool.
Case staat voor Computer Aided Software engineering.
In ons geval gaat het om speciale software waarmee nadat het datamodel is gemaakt ook de databasestructuur gegenereerd kan worden. De casetool waarvoor wij hebben gekozen, heet CaseTalk.
Wanneer je CaseTalk opstart, open je een nieuw project door in het openingsscherm te kiezen voor File → New → Project
Er worden nu twee vensters geopend met verschillende titels:
![]() |
![]() |
Project en Repository |
In de werkbalk van het venster met de titel project staat een knop met de letter i:
Als je hierop klikt, wordt er een nieuw venster geopend waar extra informatie over het project kan worden ingevuld.
Bijvoorbeeld de naam van het project en wie het project gemaakt heeft.
Tot slot moeten we het project opslaan. CaseTalk maakt voor elk project meerdere bestanden aan. Het is daarom raadzaam om elk nieuw project op te slaan in een aparte map. Voor dit project gebruiken we een map “herkansingen”. Om een project te kunnen opslaan, moet het dialoogvenster met de titel Project actief zijn. Je kunt een venster actief maken door op de titelbalk van het venster te klikken.
Voor het opslaan van een project kies je in de menubalk voor File → Save Project As. Daarna geef je altijd de plek aan waar je het project wilt bewaren en voorzie je het project van een passende naam. In dit voorbeeld slaan we het project op in de map herkansingen en geven we het project de naam herkansingen.