Koudemiddel

In de airco van een auto circuleert een zogenoemd koudemiddel. In figuur 1 is schematisch weergegeven hoe de binnenruimte van een auto wordt gekoeld door middel van een airco.

figuur 1

Het koudemiddel wordt rondgepompt in een gesloten circuit tussen de condensor en de verdamper. Het koudemiddel komt als gas de condensor binnen en verlaat de condensor als vloeistof. In de verdamper gebeurt het omgekeerde.

Gehalogeneerde koolwaterstoffen worden veel gebruikt als koudemiddel. Twee koudemiddelen die veel in airco’s worden gebruikt, hebben beide de molecuulformule C2H2F4. Het zijn dus isomeren en ze behoren tot de zogenoemde fluorkoolwaterstoffen.

De koudemiddelen met de molecuulformule C2H2F4 mogen vanaf 2016 niet meer in de airco van nieuwe auto’s worden gebruikt omdat het sterke broeikasgassen zijn. Ze komen in de atmosfeer terecht wanneer ze weglekken uit airco’s.
De mate waarin een broeikasgas bijdraagt aan het broeikaseffect wordt de Global Warming Potential (GWP) genoemd.
Zo heeft C2H2F4 een GWP van 1300. Dat houdt in dat 1,00 kg C2H2F4 1300 maal zoveel bijdraagt aan het broeikaseffect als 1,00 kg CO2, gemeten over een periode van 100 jaar.

Veel autofabrikanten kiezen het koudemiddel R1234 (C3H2F4) als vervanger van C2H2F4.
R1234 is echter niet onomstreden. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat bij de verbranding van R1234, bijvoorbeeld bij een autobrand, de giftige gassen waterstoffluoride (HF) en carbonylfluoride (COF2) ontstaan.

video-uitleg koudemiddel https://www.youtube.com/watch?v=4QJEJV3yLog