Het oor

De bouw van het oor:

De oorschelp vangt trillingen, het geluid op.
Via de gehoorgang komen deze bij het trommelvlies.
In de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes. De oorsmeerkliertjes maken oorsmeer. Dit oorsmeer zorgt houdt het trommelvlies soepel, zodat het goed kan trillen.
Het trommelvlies gaat nu trillen en de gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel) geven de trillingen door aan het slakkenhuis.
In dit slakkenhuis ligt het gehoorzintuig die trillingen waarneemt en deze geeft seintjes af via de gehoorzenuw naar de hersenen
Je hoort!

De trommelholte is door de buis van Eustachius verbonden met de keelholte. Normaal is de buis van Eustachius dicht. Soms kan er teveel lucht in de trommelholte zitten. Dan gaat het trommelvlies bol staan en kan het niet goed trillen. Je hoort dan een suizend geluid in je oren. Dit kan je oplossen door te slikken of te gapen. De buis van Eustachius gaat dan weer open en kan de lucht weer van de trommelholte naar de keelholte gaan.