Algemeen
De opleiding doktersassistent is opgebouwd uit vier kerntaken. Om het MBO diploma doktersassistent te behalen, dien je onder andere deze vier kerntaken te beheersen. Je beheerst een kerntaak als je de examens, die betrekking hebben op die kerntaak, met minimaal een voldoende afsluit. Voor KT 2 geldt zowel een theoretisch (kennisexamen) als een praktijkdeel ( Proeve)
In deze periode ga je je voorbereiden op het praktijkexamen van Kerntaak 2, bijdragen aan medische zorg. Het examen heeft de vorm van een Proeve van bekwaamheid. Alvorens aan de Proeve deel te mogen nemen dien je over voldoende kennis, vaardigheden en beroepshoudingen te beschikken dit houdt in dat je het kennsexamen met voldoende resultaat hebt afgesloten en dienen je aftekenkaarten van leerjaar 1 en leerjaar 2 tevens op orde te zijn.
Tijdens de uitvoering van de Proeve van Bekwaamheid laat je de verschillende aspecten van het beroep van doktersassistent zien. De proeve bestaat uit een beroepssituatie en is onderverdeeld in meerdere praktijkopdrachten. Het is de bedoeling dat je werkt volgens de methoden die in het beroep gebruikelijk zijn en die je op school en in de BPV hebt aangeleerd, dat je inzicht hebt en dat je laat zien dat je de kennis, houding en vaardigheden die daarbij nodig zijn, geïntegreerd kunt toepassen.
Een kerntaak bestaat uit belangrijke onderdelen, die werkprocessen worden genoemd. Kerntaak 2 Handelen in het kader van de individuele gezondheidszorg onderdeel medisch technisch handelen bestaat uit 3 werkprocessen ( B1-K2-W1, B1-K2-W2, B1-K2-W3)
Om een kerntaak te behalen moet je aantonen dat je alle werkprocessen, waaruit de kerntaak bestaat, beheerst. Dit betekent dat je voor de Proeve van Bekwaamheid van kerntaak 2 op alle drie de werkprocessen beoordeeld wordt. Uiteindelijk leiden deze beoordelingen tot een eindbeoordeling voor kerntaak 2. Meer informatie wordt bij de beschreven beoordeling gegeven.
Voor elk werkproces is beschreven wat het resultaat moet zijn. Je komt tot dit resultaat als je over een aantal competenties beschikt. De competenties staan op het beoordelingsformulier wat van te voren door de begeleider van je ROC met je besproken is. Daarin kun je dus precies zien op welke punten en waarop je beoordeeld wordt.
Uiteindelijk moet het beschreven resultaat van een werkproces op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar zijn. Dit beoordelingspunt is een kritische factor hetgeen betekent dat, om een kerntaak te kunnen behalen, in ieder geval het resultaat op dit niveau geconstateerd moet zijn.