Opdracht 1:
A1: Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
Deze opdracht doe je eerst zelftandig.
Prends le texte de bron A à la page 94 de ton livre de textes. Prends aussi le vocabulaire de bron A à la page 124 de ton livre d'exercices.
Lees de tekst en kruis de woorden in de woordenlijst aan die in de tekst voorkomen. Verwerk je gegevens in onderstaand werkblad. Beantwoord daarna enkele vragen over de tekst.
Let op ! Je kunt enkel en alleen punten verdienen voor elk goed antwoord en het gebruik van de juiste grammatica. Tip: laat je antwoorden controleren door een klasgenoot.
Leerdoel: tekstbegrip, woordenschat uitbreiden, opzoekvaardigheden