Stap 1

De onderzoeksvraag
Opdracht 1 Onderzoeksvraag
Misschien heb je ook in klas 3 al wel eens een eigen onderzoek gedaan, zoals deze leerlingen:

Noteer de onderzoeksvraag van deze leerlingen.

De onderzoeksvraag geeft richting aan het onderzoek dat je daarna gaat uitvoeren.
Het formuleren van een goede onderzoeksvraag is daarom erg belangrijk.
Zo’n vraag:

Opdracht 2 Stelling
Bekijk de volgende onderzoeksvragen.
Noteer of het een goede onderzoeksvraag is (juist) of niet (onjuist).

  1. Gaat het gebruik van deodorant transpiratie tegen?
  2. Wat zijn de resultaten van het gebruik van alcohol en hoe zijn die te verklaren?
  3. Welke prikkel zet roodborstjes in het voorjaar aan een nest te bouwen?
  4. Hoe is het succes van EPO te verklaren?
  5. Hoeveel voedingsstoffen zitten er in brood?
  6. Welke invloed heeft het dagelijks toedienen van 500 mg aspirine op de bloedstolling van volwassen mannen?
  7. Waarom trekken zwaluwen in de herfst naar het zuiden?

Bespreek de antwoorden in de klas.
Verbeter daarna met z’n tweeën de afgekeurde onderzoeksvragen en noteer de verbeterde zinnen.
Verbeter zo nodig ook je onderzoeksvraag bij opdracht 1.