Stap 1

Adam Smith 1723-1790

Verlichting
De macht van de vorsten en de kerk en de starheid van de standenmaatschappij riepen veel weerstand op. Filosofen redeneerden dat de standenmaatschappij, de macht van de koning en de kerkelijke dogma’s achterhaald waren.

Franse filosofen als Diderot en Montesquieu pleitten voor vrijheid op allerlei gebieden. Hun denkbeelden boden een heel andere kijk op de mens, godsdienst en de maatschappij als geheel. Er ontstond een geloof in een nieuwe en betere maatschappij. Door de ideeën van de filosofen was het alsof de mensen wakker werden geschud: alsof het licht aanging... Daarom spreken we over deze periode als de Verlichting.

Bestudeer de volgende twee onderdelen uit de Kennisbank:

KB: Verlichting
KB: Uitgangspunten van de Verlichting

Verlichting
De periode van de Verlichting (1650-1800) kenmerkt zich door een andere manier van denken over de mens en over de maatschappij. Bespreek de volgende twee vragen met een klasgenoot.

  1. De verlichtingsdenkers wilden dat de rol van de kerk zou veranderen. Op welke manier moest de rol van de kerk veranderen?
  2. De verlichtingsdenkers stelden de vrijheid en gelijkheid van het individu centraal. Leg uit waarom dit het einde zou betekenen van de standenmaatschappij.