Voor de oppervlakte van een driehoek geldt:
- oppervlakte driehoek = ½ × zijde × hoogte

Let op: de hoogte staat altijd loodrecht op de zijde!
Hiernaast zie je driehoek KLM met LM = 10.
In de driehoek is een hoogtelijn KN op LM getekend; KN = 4,6.
Bereken de oppervlakte van de driehoek KLM.
- oppervlakte ΔKLM = ½ × zijde × hoogte
- oppervlakte ΔKLM = ½ × 10 × 4,6
- oppervlakte ΔKLM = 23
|