Rubrics

Rubric leerdoelen geschiedenis:

Leerdoelen

beginnend

(reproductie)

in ontwikkeling

(toepassen)

gevorderd

(inzicht)

expert

(verdieping/ verbreding)

continuïteit en verandering Je onderscheidt wat veranderd is of hetzelfde is gebleven Je onderscheidt wat veranderd is of hetzelfde is gebleven aan de hand van voorbeelden Je onderscheidt wat veranderd is of hetzelfde is gebleven aan de hand van voorbeelden en je kunt hier uitleg over geven Je onderscheidt wat veranderd is of hetzelfde is gebleven aan de hand van voorbeelden die je kunt uitleggen en je kunt een koppeling maken met andere tijdvakken en het heden

 

Rubric leerdoelen aardrijkskunde:

Leerdoelen

beginner

(reproductie)

in ontwikkeling

(toepassen)

gevorderd

(inzicht)

expert

(verdieping/ verbreding)

Ik weet welke vakantielanden in Europa aantrekkelijk zijn voor toersien.

Kun je de drie populairste vakantielanden binnen Europa noemen.

Kun je verklaren welke soort vakanties je kunt doen in deze landen.

Kun je verklaren waarom deze landen de meeste toeristen aantrekken.

Kun je verklaren waarom deze landen de meeste toeristen aantrekken voor zowel het winter- als het zomerseizoen.

Ik ken de verschillen tussen toerisme vroeger en nu

Je kunt de twee belangrijke verschillen tussen vakanties vroeger en nu beschrijven.

Je kunt een verklaring geven voor de verschillen tussen vakanties vroeger en nu.

Je kunt twee belangrijke verschillen tussen vakanties vroeger en nu verklaren.

Je kunt twee belangrijke oorzaken beschrijven en verklaren waardoor het vakantiegedrag de afgelopen 50 jaar is veranderd.

Ik kan de complementariteit van vakantiegebieden beschrijven

Je kunt beschrijven wat wordt bedoeld met de complementariteit van een vakantiebestemming.

Je kunt van elke complementariteit van een vakantiegebied een voorbeeld noemen in Europa.

Je kunt drie voorbeelden van elke complementariteit van een vakantiegebied noemen.

Je kunt drie voorbeelden van elke complementariteit van verschillende landen in Europa noemen.

Ik kan de ligging van de klimaatzones verklaren

Je kunt de verschillende klimaten in Europa aanwijzen op de kaart.

Je kunt de eigenschappen van de verschillende klimaten in Europa noemen.

Je kunt redenen voor de klimaatverschillen tussen verschillende gebieden in Europa noemen.

Je kunt redenen voor de klimaatverschillen tussen verschillende gebieden in Europa noemen en verklaren.

 

Leerdoelen levensbeschouwelijke vorming

1. Ik kan twee (uitgewerkte) voorbeelden geven van levensbeschouwelijke kwesties in andere landen.
2. Ik kan de zes groepen levensvragen verbinden met levensbeschouwelijke kwesties.
3. Ik kan (minimaal twee) kenmerken noemen van het hedendaagse, westerse schoonheidsideaal.
4. Ik kan een voorbeeld geven van een niet-westers schoonheidsideaal.
5. Ik kan een beargumenteerd standpunt innemen over cosmetische chirurgie in Brazilië.

6. Ik kan een argument voor en tegen de stelling geven, dat Nederland geen voetbalstadions zou moeten bouwen in Saoedi-Arabië.

7. Ik kan onderzoeken hoe mensen denken over een zelf gekozen levensbeschouwelijke kwestie a.d.h.v. een enquête.

Leerdoelen economie:

Leerdoel

Beginner

(reproductie)

In ontwikkeling

(toepassen)

Gevorderd

(inzicht)

Expert

Verdieping/ verbreding)

Ik kan uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes.

 

( subkern keuzes maken)

Ik begrijp dat economie gaat over het maken van keuzes en je kan met voorbeelden toelichten dat je niet alles kunt kopen met een beperkt inkomen

Ik kan de spanning verklaren tussen behoeften en beperkte middelen

Ik kan de spanning verklaren tussen behoeften en beperkte middelen en de gevolgen hiervan toelichten

Ik kan leerdoel 1 foutloos aan leerlingen en/of docent uitleggen en toepassen

Ik kan uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes.

 

(subkern consumeren)

Ik kan een huishuidboekje opstellen en dit sluitend maken

Ik begrijp dat binnen gezinnen en bedrijven overeenkomsten bestaan in het maken van economische beslissingen

Ik kan verklaren dat binnen gezinnen en bedrijven overeenkomsten( en verschillen) bestaan in het maken van economische beslissingen

Ik kan leerdoel 1 foutloos aan leerlingen en/of docent uitleggen en toepassen

Ik kan verklaren waarom er sprake is van korte termijn schommelingen in economische activiteiten

 

(subkern wisselkoers)

Ik kan een buitenlands product omrekenen naar euro’s, dollars of andere valuta

Ik kan uitleggen dat het aanbod van en de vraag naar een valuta de wisselkoers bepaalt en je kan dit rekenkundig toelichten

Ik kan uitleggen dat het aanbod van en de vraag naar een valuta de wisselkoers bepaalt en je kan dit rekenkundig toelichten

Ik kan leerdoel 8 foutloos aan leerlingen en/of docent uitleggen en toepassen

Ik kan relevante rekenkundige en grafische vaardigheden en formules toepassen

( subkern Ik kan  vergelijkingen en grafieken gebruiken bij economische vraagstukken)

Ik kan werken met assenstelsels

( budgetlijn verklaren uit een grafiek

Ik kan werken met assenstelsels

(budgetlijn verklaren uit een grafiek en het tekenen ervan plus waarom de lijn kan verschuiven van plaats  )

Ik kan werken met assenstelsels

(budgetlijn verklaren uit een grafiek en het tekenen ervan plus waarom de lijn kan verschuiven van plaats)

Ik kan leerdoel V1 foutloos aan leerlingen en/of docent uitleggen en toepassen