Stap 3 - Maak de opdrachten

Opdracht 1

Welke regel geeft de juiste betekenis van ‘de koers van de dollar’?

A.      $ 1 = € 0,80

B.     € 1 = $ 1,25

 

Opdracht 2

Leg uit welke bedrijven voordelen hebben van een dalende wisselkoers en welke bedrijven er vooral nadelen van ondervinden.

 

Opdracht 3

In de tabel zie je de wisselkoersen van de dollar in euro.

 

inwisselen

aankoop

Amerikaanse dollar

0,943

0,959

 

Inge wil weten hoeveel euro ze krijgt als ze 250 dollar inwisselt.

a.     Wat denk je, gebruik je voor het inwisselen van dollars de tweede of de derde kolom?

b.     Laat met een berekening zien dat je voor 250 dollar € 235,75 krijgt.

Opdracht 4

 

inwisselen

aankoop

Amerikaanse dollar

0,943

0,959

Geoffrey wil 250 dollar kopen.

Wat denk je, gebruik je voor het kopen de tweede of de derde kolom?

Laat met een berekening zien dat je voor 250 dollar € 239,75 betaalt

Opdracht 5

Bekijk de krantenkop en de tabel. https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/501421/EC_T6_KGT34_De%20euro%20en%20ander%20valuta_Stap6_krantenkop.png

 

aankoop

dollar op 1 juli

0,959

dollar op 1 augustus

1,062


Een handelaar koopt in Amerika een 20 computers voor in het totaal 5000 dollar.

a.Hoeveel betaalt hij in euro's als hij de computers op 1 juli betaalt.

  b.Hoeveel betaalt hij in euro's als hij de computers op 1 augustus betaalt.

c.Vul 'duurder' of 'goedkoper' in.
Door een koersstijging van de dollar wordt het ........ om producten uit Amerika te importeren.

d.Vul 'meer' of 'minder' in.
Door een koersstijging van de dollar zullen er ....... producten uit Amerika geïmporteerd worden.

Opdracht 6

Veranderingen van wisselkoersen kunnen gunstige en ongunstige gevolgen hebben voor de internationale handel van een land. Stel dat de koers van de euro daalt van $ 0,95 naar $ 0,90. Een Franse auto kost 15000 euro en een paar Amerikaanse sportschoenen $ 5.

Bereken hoeveel dollar een Amerikaanse autodealer moet betalen voor de auto voor en na de koersverandering.

Opdracht 7

Wie zijn de vragers op de valutamarkt?

Opdracht 8

Wie zijn de aanbieders op de valutamarkt?

Opdracht 9

Je gaat op vakantie in Nederland. De vakantie kost 1500 euro.

Zoek op internet wat deze vakantie kost in Engeland? ( euro – pond)