Dit lesarrangement heeft veel momenten waarin leerlingen kunnen sparren over de lesstof. Zo mogen ze tijdens het maken van de fotosynthese teken opdracht in Paint/notities op een rustig niveau met elkaar praten, waardoor ze van elkaar kunnen leren. Het sparren is echter niet voldoende om het contact tussen leerlingen ‘samenwerken’ te noemen. Het is van belang dat echt samenwerken ook plaatsvind, omdat het leidt tot effectief leren en omdat leerlingen dan sociale en communicatieve vaardigheden opdoen. Onder echt samenwerken wordt verstaan dat ieder groepslid een even grote verantwoordelijkheid draagt voor een opdracht of einddoel, waardoor ze elkaar nodig hebben voor een succes (Ebbens, S. & Ettenkoven, S. 2015).
Tijdens het creëren en uitvoeren van het Prowise memorie spel uit dit lesarrangement wordt er echt samengewerkt. De leerlingen moeten namelijk samen de kaartjes van het memorie spel vullen met informatie die in het boek en door de leraar zijn gegeven. Hierbij zijn ze alle groepsgenoten even verantwoordelijk voor een goed lopend spel, omdat ze anders de verkeerde lesstof of onjuiste informatie in zich op nemen tijdens de uitvoering van het spel. Dit wordt duidelijk van te voren aangegeven bij de leerlingen.
Voordat de juiste informatie op de kaartjes van het memorie spel ingevoerd wordt, moeten de leerlingen eerst overleggen of de informatie het klopt met het lesmateriaal. Hierdoor ontstaat er directe interactie tussen de leerlingen, en hebben ze een positieve wederzijdse afhankelijkheid naar elkaar. Bij deze interactie zijn de juiste sociale vaardigheden van belang. Wanneer 1 groepsgenoot bijvoorbeeld minder werk verricht of niet het juiste sociale gedrag vertoont, dan gaan de andere groepsgenoten zich irriteren of ze zetten de persoon op zijn of haar plek. Er zal in ieder geval een spanningsveld ontstaan. De leraar zal daarom de groepjes regelmatig moeten checken, en moeten helpen met het maken van afspraken.
De opdracht is voor de leerlingen niet geheel moeilijk om uit te voeren. Het is daarom verstandig om de lesstof op te splitsen tussen de leerlingen, zodat elke leerling van uit het groepje (of elk duo) een eigen hoofdstuk heeft waaruit hij of zij een idee kan halen voor op de memorie kaartjes. Deze kan de leerling dan delen met zijn klasgenoten, en bij goedkeuring van het groepje wordt het idee op het memorie kaartje gezet. Dit worden volgens Ebbens en Ettenkoven (2015) ‘eenvoudige experts’ genoemd.
De kans bestaat dat de ene leerling heel veel ideeën heeft voor op de memorie kaartjes, en de ander heel weinig omdat deze leerling het een stukje moeilijker vind. Wanneer 1 leerling niet aan de opdracht kan voldoen omdat hij of zij de opdracht niet zo goed begrijpt of de uitvoering moeilijk is, dan kan een wat sterkere leerling de ander helpen. Op deze manier leert de zwakkere leerling van de wat sterkere leerling.