3.2 Wetenschappelijk schrijven

Welke toon sla je aan?

Bij onderzoek is het belangrijk dat de onderzoeker objectief en neutraal tegenover zijn onderwerp staat. DIt heeft ook consequenties voor de schrijfstijl. Overdreven vergelijkingen, sterke uitspraken, spreektaal en breed uitgemeten eigen gevoelens zijn 'not done' in de wetenschappelijke wereld. De toon van je verslag is nauwkeurig, weloverwogen en neutraal. Dit versterkt het vertrouwen van de lezer in de betrouwbaarheid van je bevindingen.

 

Opdracht 18:  download het oefendocument. Kies steeds de meer objectieve en neutrale formulering.

 

 

Opdracht 19: lees het volgende fragment zachtjes hardop. Waar staat het belangrijkste woord?

Als je gewoon ergens begint met schrijven en je brengt geen samenhang in je tekst aan en je vertelt ook niet wat een lezer kan verwachten van een tekst dan gaat dat op den duur irriteren want een lezer wil houvast ervaren bij het lezen en als je gewoon maar doorgaat met woorden aan elkaar rijgen dan merk je waarschijnlijk nu ook al dat je afgehaakt bent bij deze alinea die zichzelf alsmaar aan het herhalen is en die dus een voorbeeld is van hoe je het niet moet aanpakken.

 

I. De structuur van een tekst.

 

I.I  Introductie

Voor een onderzoeker is het belangrijk om goed geordend te kunnen schrijven. Deels is dit een kwestie van veel oefenen, maar anderzijds is het ook een kwestie van het toepassen van een aantal vaste tips en trucs.

 

I.II Het uiterlijk van de tekst

Veel is al gewonnen bij 1) een overzichtelijke layout en 2) een duidelijke paragraafindeling. Door deze 2 hulpmiddelen ziet de lezer wat de hoofdlijn is van het betoog. De auteur kan gerust ingaan op details want op elk moment in de tekst kan de lezer weer terugkeren naar de rode draad van het verslag.

 

I.III Opbouw van de alinea's

Overzicht is dus zeer belangrijk voor een lezer. Plaats daarom je kernzin(nen) zoveel mogelijk aan het begin van een alinea. Wat op alineaniveau geldt, geldt ook voor de tekst zelf. In de tekst van elk hoofdstuk moeten in elk geval 3 onderdelen herkenbaar aanwezig zijn. Dit zijn:

          1) de inleiding: een korte introductie van het onderwerp en/of overzicht van het hoofdstuk.

          2) het middenstuk: de feitelijke boodschap/kern van het hoofdstuk. Dit beslaat meerdere alinea's.

          3) de afsluiting: een samenvatting of (deel)conclusie met evt. een bruggetje naar het volgende hoofdstuk.

Deze manier wordt ook wel de kop-romp-staart methode genoemd.

 

I.IV  Signaalwoorden

Let bij het schrijven ook op het gebruik van verbindingswoorden, de zogenaamde signaalwoorden. Zij vormen het cement van de tekst en lijmen als het ware het geheel aan elkaar. In de eerste zin van deze alinea vormt het simpele woordje 'ook'  het signaalwoord. Dit woord maakt duidelijk dat deze alinea hoort bij de voorgaande alinea's die allemaal als thema hebben; hoe kun je de samenhang in je tekst zo sterk mogelijk maken?

 

I.V Afsluiting

Om dit hoofdstukje over de structuur van de tekst af te ronden passeren nog eenmaal de belangrijke punten, te weten: layout, opbouw van een alinea en het belang van verbindingswoorden. Daarnaast geldt dat in elk hoofdstuk de kop-romp-staart structuur aanwezig dient te zijn.