Leerkracht / Bronnen / Verantwoording

De bronnen die in deze webquest gebruikt zijn:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Bataafse_Revolutie
https://rythoviaan.wordpress.com/geschiedenis-van-de-bataafse-republiek/
histoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Verlichting.pdf

 

Het vereist van de leerlingen enig geduld en een behoorlijke leesvaardigheid om de bijbehorende bronnen te lezen. De bronnen kunnen ook klassikaal worden voorgelezen waarna eerst de betekenis wordt besproken en daarna de vragen worden gemaakt. De leertekst die bij deze webquest hoort geeft de leerlingen handvaten bij het beantwoorden van de vragen. Daarnaast is het aan te bevelen om leertekst 1 te lezen die bij de opdracht over de Verlichting is terug te vinden.

 

Toelichting bij de bronnen

Bron 1:

Van der Cappelen tot den Pol heeft het in de bron over heerszuchtige lieden die niet voor de vrijheid zorgen maar juist een juk op de mensen leggen.

 

Bron 2:

1. Het vergaren van kennis stond centraal bij de Verlichtingsdenkers. Het menselijk verstand, het beredeneren van problemen, was volgens de Verlichtingsdenkers de sleutel tot het geluk. Het onderwijs was het middel hiervoor en daarom nam onderwijs een centrale plaats in.

2. Van Alphen behoort tot de Verlichtingsdenkers omdat hij oproept tot het leren door ervaring op te doen.

 

Bron 3:

Montesquieu: Hij pleitte voor een strikte scheiding der machten, het idee van de Trias Politica, bestaande uit een uitvoerende, een wetgevende en een rechterlijke macht. Onderlinge controle van de drie machten zou volgens hem voorkomen dat één macht de overhand zou krijgen. Een dergelijk politiek systeem waarborgde een vrij leven voor haar burgers met een grotere mate van gelijkheid.

In de bron heeft hij het over controle op de macht.

 

De doorwerking van Montesquieu in de grondwet van Thorbecke zie je in het feit dat de ministers verantwoordelijk zijn en niet de koning en dat de Staten Generaal (het parlement) verdragen en bepalingen als eerste goedkeurt en niet de vorst

 

Bron 4

Thorbecke heeft het over een grotere invloed van het volk op het bestuur van het land

 

Bron 5

De wil van het volk is volgens Rousseau een belangrijk uitgangspunt moeten zijn voor het besturen van een land en van het recht. Rousseau zag de maatschappij als een verzameling burgers die onderlinge afspraken maakten. De plannen van D'66 sluiten hierop aan.

Ook gaat het over het controleren van de macht en niet het in stand houden van de macht en dat past weer bij de Trias Politica van Montesquieu

 

Bron 6:

Het pamflet begint met Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap; de leuze van de revolutionairen in Frankrijk.

Het pamflet roept op tot het afwerpen van het juk van de regering en dat het Drentse volk vrij en onafhankelijk wil zijn en dat de rechten van de mens en de burger worden gerespecteerd.