In 1748 publiceerde de Franse Verlichtingsfilosoof Montesquieu het boek 'De l'esprit des lois'. Hieronder een fragment.
"Politieke vrijheid wordt alleen gevonden in gematigde regeringen; en zelfs in deze wordt het niet altijd gevonden. Het is daar alleen wanneer er geen machtsmisbruik is: maar voortdurende ervaring laat ons zien dat iedere man, aan wie macht is gegeven, daar waarschijnlijk misbruik van maakt.
Om dit misbruik te voorkomen, is het, uit de ware aard der dingen, noodzakelijk dat macht een controle op macht behoort te zijn
Wij zullen nu de uitgangspunten onderzoeken, waarop deze vrijheid is gebaseerd: als zij solide zijn, zal de vrijheid verschijnen in haar hoogste volmaaktheid."
In 1848 werd in Nederland een nieuwe grondwet ingevoerd, waarin met name de denkbeelden van de opsteller van deze grondwet, Johan Rudolf Thorbecke doorklonken. Hieronder enkele artikelen uit die grondwet.
Artikel 53.
De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.
Artikel 55.
De Koning heeft het opperbestuur der buitenlandse betrekkingen.
Artikel 56.
De Koning verklaart oorlog. Hij geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de beide Kamers der Staten-Generaal, met bijvoeging van zodanige mededelingen, als hij met het belang en de zekerheid van het Rijk bestaanbaar acht.
Artikel 57.
De Koning maakt en bekrachtigt vredes- en alle andere verdragen met vreemde mogendheden. Hij deelt de inhoud van de verdragen mede aan de beide Kamers der Staten-Generaal, zodra hij oordeelt dat het belang en de zekerheid van het Rijk zulks toelaten.
Verdragen, welke worden door den Koning niet bekrachtigd, dan nadat de Staten-Generaal die bepaling of verandering hebben goedgekeurd. "
1 Montesquieu werkte zijn uitgangspunten uit in zijn leer van de 'Trias Politica'. Leg deze leer kort uit en noem een tekstgedeelte op dat symbool staat voor de 'Trias Politica'.
2 Waar blijkt in de grondwet van Thorbecke (1848) de doorwerking van de leer van Montesquieu? Leg je antwoord uit.