Bedenk samen wat je allemaal op zou kunnen of willen schrijven op ontdekkingsreis in Zuid-Afrika in de 18e eeuw.
Heb je dat gedaan, dan kan je het eerste deel van 15 oktober 1779 lezen dat uit het dagboek van Robert Gordon komt. Wat valt je op aan de onderwerpen waar hij over schrijft?
Ik heb hieronder speciaal voor jullie een stukje uit mijn dagboek in redelijk leesbaar Nederlands neergezet. Het kan zijn dat je het toch lastig vindt om te lezen. Probeer er eerst samen uit te komen voor je de leerkracht om hulp vraagt.
[15 oktober 1779]
15 vrijdag
thermometer 60-80-
Er waait een zachte zuidwestelijke wind, het is mooi weer
We vertrokken even na zonsopgang. Vandaag wilden we graag een beter berijdbare weg volgen dan gisteren. Hierdoor kwamen we verder van de rivier af, we gingen namelijk richting het zuidoosten. Na een paar uur gingen we noordoost, naar de waterval. We arriveerden na vijf uren rijden bij het graafwatertje, genaamd: koekabassi quamen. Dit lag een half uur van de waterval af. Van deze waterval hebben we al zo lang gehoord, dat het wel iets moois moet zijn. Bij het graafwatertje spanden we de paarden uit. Hier was het terrein hetzelfde als gisteren.
Vandaag zagen we een paar gemsbokken, koedoes, en een struisvogel. Ook zagen we veel olifanten- en neushoorn sporen. De Hottentot Iteki verwondde een neushoorn, maar kon hem niet vangen. Het zit hier vol met die dieren. We zagen ook weer voor 't eerst gaten van aardvarken. Ik heb in lange tijd geen schildpadden meer gezien.
Ik zag eindelijk waar ik zo lang naar verlangd had, zes cameeleopardalis van dichtbij. Hierdoor konden we hen goed bekijken. Een van hen was, vermoed ik, een halve voet hoger dan de anderen en had zwartere vlekken. Ik denk dat dit een mannetje was. Deze dieren haalden op zijn hoogst zestien voet in lengte.
Zij stonden en vraten van de lagere bomen, en zij stapten langzaam achter elkaar voort. Net als flamingos. Omdat zij ons nu zagen, zag ik nu dat zij staand hun nek soms helemaal recht boven de voorpoten hielden. Tijdens het lopen hielden ze hun nek in een hoek van 30 graden van de loodlijn. Dit betekent dat de nek, schouder en achterkant van het lijf een schuine en bochtige lijn lijkt te maken.
Tijdens het stappen beweegt hun hals met iedere stap naar voren. Men zei dat ze dit niet in draf kunnen, maar ik heb het zelf niet gezien. Zij galoppeerden namelijk weg toen mijn honden begonnen te blaffen. Iedere keer dat het voorlijf neer kwam, kwam de hals ook naar voor en dan ging die weer naar achter. Dit was zeer raar om te zien. Dit dier loopt zo snel als een eland, maar deze beide dieren kunnen door een middelmatig snel paard ingehaald worden. Men zegt dat dit dier verschrikkelijk schoppen kan, en dat ze ook op die manier samen vechten. Het dier dat wij later geschoten hebben, heeft er littekens van. Een hond houdt ze niet tegen, omdat hij niet zo dicht bij zijn poten durft, en niet aan zijn lijf kan komen.
We wilden er graag een van schieten, maar de honden lieten ze schrikken. Ik had mijn paard bij de boot achtergelaten, dus ik kon niet achter hen aan gaan. Het dier heeft benen die goed in verhouding staan met de rest van het lijf. Ook kan hij van de grond eten zonder zijn knieƫn te buigen. Meestal eet hij echter takken en bladeren van bomen, hier spelen zijn hoorns een rol bij.