|
Onvoldoende |
Voldoende |
Goed |
Samenwerking |
De samenwerking verliep moeizaam. De leerkracht moest regelmatig ingrijpen |
De samenwerking verliep redelijk soepel. Soms had iemand niet iets te doen. |
De samenwerking verliep soepel. De taakverdeling was duidelijk. Eenieder had op elk moment iets te doen. |
Inhoud geschreven tekst |
In de tekst worden geen omstandigheden van de reis besproken (bv het weer/slaapplek) |
In de tekst worden omstandigheden van de reis besproken (bv het weer/slaapplek) |
In de tekst staat de route die je af wilt leggen en waar je nu bent. Je beschrijft de omstandigheden van de reis (bv het weer/slaapplek) |
Beschrijving dier |
Uit de beschrijving wordt het niet duidelijk om welk dier het gaat. |
Uit de beschrijving is direct duidelijk welk dier omschreven wordt. |
Uit de beschrijving is direct duidelijk welk dier omschreven wordt. Er worden zowel uiterlijke kenmerken beschreven als gedragskenmerken. |
Spelling |
Geen of foutief gebruik van hoofdletters en/of interpunctie. Veel spelfouten. |
Wisselend gebruik van hoofdletters en interpunctie. Matige hoeveelheid spelfouten. |
Goed gebruik van hoofdletters en interpunctie. Weinig tot geen spelfouten. |