Voltaire over het bestaan van God.
"Wanneer ik een horloge zie kom ik tot de conclusie, dat een verstandelijk wezen de veren van dit mechanisme daarin dusdanig heeft aangebracht, dat de wijzers de tijd aanwijzen.
Op dezelfde manier kom ik, wanneer ik de veren van het menselijk lichaam beschouw, tot de conclusie dat een verstandelijk wezen het zo beschikt heeft, dat deze organen negen maanden in de moederschoot gevoed werden, dat zij ogen kregen om te zien, handen om te grijpen enz."
Beoordeel aan de hand van zijn woorden of Voltaire geloofde in het bestaan van God. Leg je antwoord uit.