1.3 Verspreiding Christendom en Islam

Het christendom is al heel lang de grootste godsdienst in Nederland. De oudste kerkjes in Nederland zijn al meer dan 1000 jaar oud. De islam is nog niet zo lang aanwezig in Nederland. In de Arabische landen is het al eeuwenlang de belangrijkste godsdienst. Hoe komt het eigenlijk dat in Europa het christendom de belangrijkste godsdienst is en in de Arabische landen de islam? Dat heeft te maken met de verspreiding van het christendom en de verspreiding van de islam in de periode van 500 tot 1000 na Christus. Je gaat door de volgende opdrachten te maken, onderzoeken hoe het christendom en de islam zich verspreidden in deze periode.

 

De volgende vragen ga je samen met je klasgenoot maken. De antwoorden typ je in Word. Als je klaar bent, laat je het jouw docent nakijken.

 

Christendom

Opdracht 1: Wat weet jij over het ontstaan van het Christendom?

A. Het christendom ontstond in Palestina, het gebied waar Jezus Christus woonde. Hoe heet dat nu?

B. Wanneer is het christendom ontstaan?

C. Waar geloven christenen in?

 

Opdracht 2:

A. Bekijk kaart 1: De verspreiding van het Christendom tussen 1 en 600. In welke periode is het gebied wat nu Frankrijk is christelijk geworden?

Kaart 1: De verspreiding van het christendom tussen 1 en 600

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B. Lees tekst 1.1 (Zie bijlage onderaan) door en schrijf de moeilijke woorden die je tegen komt op. Zoek daarna de betekenis op van deze woorden.

 

Opdracht 3:

Lees tekst 1.2(Zie bijlage onderaan) door en schrijf de moeilijke woorden die je tegen komt op. Zoek daarna de betekenis op van deze woorden.

 

Opdracht 4: De verandering beschrijven

De teksten 1.1 en 1.2 (Zie bijlage onderaan) beschrijven de verspreiding van het christendom. Dit is een voorbeeld van een historische verandering. Als je een verandering in de geschiedenis beschrijft, vertel je hoe de situatie eerst was, wat er toen gebeurde en hoe de situatie daarna was. Het moet daarbij ook duidelijk zijn wanneer en waar iets was.

A. Kopieer het schema hieronder in Word en zet de vetgedrukte kopjes van tekst 1.1 en 2.2 (Zie bijlage onderaan) op de goede plaats in de schema’s. Er moet één kopje in elk blokje komen.

B. Vul in elk blokje in wanneer en waar het was. Kijk daarvoor goed naar de tijd- en plaatsaanduidingen in de teksten.

De verspreiding van het christendom in het Frankische Rijk

Hoe de situatie eerst was:

Wat er toen gebeurde:

Hoe de situatie daarna was:

 

 

 

 

 

 

·       Wanneer:

·       Wanneer:

·       Wanneer:

 

·       Waar:

·       Waar:

·       Waar:

 

 

De verspreiding van het christendom in de Nederlandse gebieden

Hoe de situatie eerst was:

Wat er toen gebeurde:

Hoe de situatie daarna was:

 

 

 

 

 

 

·       Wanneer:

·       Wanneer:

·       Wanneer:

 

·       Waar:

·       Waar:

·       Waar:

 

 

De Islam

De islam ontstond in de zesde eeuw. Mohammed is de stichter van de islam. Hij woonde op het Arabische schiereiland dat je op kaart 2 ziet van tekst 2.1(Zie bijlage onderaan) . Dit gebied heet nu Saoedi-Arabië.

Opdracht 5:

A. Eén van jullie leest de tekst 2.1 ‘De verspreiding van de islam op het Arabische schiereiland’(Zie bijlage onderaan) hardop voor. De ander schrijft de moeilijke woorden die je in de tekst tegenkomt op.

B. Bij de tekst 2.2 ‘De verspreiding van de islam in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje’ draai je de rollen om.

Opdracht 6: Verandering beschrijven

Je gaat nu de verspreiding van de islam beschrijven, net zoals je dat net bij het christendom hebt gedaan. Kopieer de blokjes in Word en vul ze in door de informatie uit de tekst in een of twee zinnen samen te vatten. Geef ook aan wanneer het was en waar.

De verspreiding van de islam op het Arabische schiereiland.

Hoe de situatie eerst was:

Wat er toen gebeurde:

Hoe de situatie daarna was:

 

 

 

 

 

 

·       Wanneer:

·       Wanneer:

·       Wanneer:

 

·       Waar:

·       Waar:

·       Waar:

 

 

De verspreiding van de islam in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje

Hoe de situatie eerst was:

Wat er toen gebeurde:

Hoe de situatie daarna was:

 

 

 

 

 

 

·       Wanneer:

·       Wanneer:

·       Wanneer:

 

·       Waar:

·       Waar:

·       Waar:

 

Opdracht 7:

Je weet nu meer over de verspreiding van het christendom en de islam in de periode 500-1000. Kunnen jullie de volgende vragen nu verder aanvullen?

A. In Nederland en andere West-Europese landen is het grootste deel van de bevolking christen. Dat is ontstaan in de periode 500 tot 1000, want toen .....
B. In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is het grootste deel van de bevolking moslim. Dat is ontstaan in de periode 500 tot 1000, want toen .....
C. In Spanje vind je veel oude kerken maar ook moskeeën uit de periode 500 tot 1000. Dat komt omdat .....

 

Gefeliciteerd! Jullie zijn nu klaar met de opdrachten van deze les. Bespreek je opdrachten met een ander groepje en laat het daarna nakijken door je docent.

 

 

 

1.1 De verspreiding van het christendom in het Frankische Rijk

1.2 De verspreiding van het christendom in de Nederlandse gebieden

2.1 De verspreiding van de islam op het Arabische schiereiland.

2.2 De verspreiding van de islam op het Arabisch schiereiland.