|
* Kaartvaardigheden:
1. Kaartproductie/ maken: ik kan van ruimtelijke data een kaart maken met de juiste symbolen, kleur,en verhoudingen en met een legenda, titel, schaal en windroos.
2. Kaartselectie: ik heb bepaalt wat ik wil weten of onderzoeken. Ik kan dan de juiste kaart kiezen uit bv. meerdere kaarten/kaartlagen, omdat ik dan eerst heb gekeken welke informatie de kaart geeft.
3. Kaartlezen: ik kan opzoeken waar iets ligt (identificeren) of wat de kenmerken zijn van een plaats of gebied (benoemen).
4. Kaartanalyse: ik kan patronen op een kaart beschrijven en nagaan of bepaalde patronen op andere kaarten ook met elkaar overeenkomen (relateren).
5. Kaartinterpretatie: ik kan verschijnselen op een kaart verklaren en voorspellen. Hierbij gebruik ik de patronen die op de kaart te zien zijn, maar ook (geografische) kennis die niet op kaart staat.
|