In de oefening hieronder wordt met twee 'kleuren' gespeeld: harten en klaveren.
Oost komt uit met
7.
Met de wijzers van de klok speelt iedereen de gevraagde kleur harten; dit heet 'bekennen'.

De winnaar en haar/zijn partner leggen de kaart dicht en verticaal; de tegenstanders dicht en horizontaal.
Hierna speelt de winnaar van de eerste slag een klaveren.

Nadat de kaarten op de juiste manier met de beeldzijde naar onderen zijn neergelegd, komt de winnaar van de tweede slag uit met
.

Oost heeft geen klaveren en speelt
10.
De slag wordt gewonnen door de speler die de hoogste
heeft bij gespeeld.