Op de verpleegzaal wordt een aantal keren per dag aan de patiënten medicatie verstrekt. Sommige patiënten halen hun medicijnen op afgesproken tijden op bij de verpleegkundigen. Bij de ziekere of bedlegerige mensen komt de verpleegkundige langs om de medicijnen te geven. En jij hebt nu 5 patiënten ‘op zaal liggen’:
Meneer Grondmeijer, een magere 56-jarige man, gebruikt sinds jaren heroïne. Nu ligt hij met een collumfractuur in het ziekenhuis waaraan hij pas morgen wordt geopereerd. Om afkickverschijnselen te voorkomen heeft de arts methadondrank voorgeschreven. Deze drank bevat 2 mg/ml medicijn. Jij moet je patiënt 60 mg methadon geven, verdeeld over twee giften. Maar de volgende ochtend blijkt dat meneer Grondmeijer op het ziekenhuis minder krijgt dan bij de methadonpost. Hij wordt wat onrustig, begint te transpireren en krijgt last van pijnlijke botten en spieren. De methadon wordt opgehoogd naar 80 mg per dag, die jij in 'eenmaal daags' moet geven.
Bereken alle 3 de dosissen.
Verder verblijft meneer Grondmeijer 5 dagen op de zaal. De methadon zit verpakt in 100 ml flesjes. Hoeveel flesjes moet je op vaarraad hebben?
De oogarts schrijft voor dat meneer Brown in zijn linkeroog 2 oogdruppels krijgt. Je beschikt over oogdruppels 5 mg/ml (1 ml= 20 druppels). Meneer Brown wil precies weten hoeveel mg medicijn hij krijgt en vraagt je om dat voor hem uit te rekenen.
Mevrouw Rottink (72 jaar oud, 52 kilo) is een chronisch achterdochtige vrouw. Ze heeft een geïnfecteerde wond aan haar been, ze accepteert van de thuiszorg geen wondzorg en ook niet de noodzakelijke medicatie. Voor jou wordt het een uitdaging om je patiënte de voorgeschreven antibiotica te geven. Mevrouw Rottink haalt uiteindelijk bakzeil en accepteert een orale suspensie. Deze suspensie bevat per ml 50 mg amoxicilline en 12,5 mg clavulaanzuur. Je moet haar 3 keer per dag 500/125 mg geven. In de hoop de achterdocht van deze patiënte wat te verminderen past de psychiater haar antipsychotica aan. Hij voegt Haldol (2mg/ml) druppels toe (1 ml = 20 druppels). Je geeft mevrouw Rottink twee keer per dag 0,5 mg Haldol. Omdat mevrouw Rottink erg veel last van haar been heeft, en daardoor niet stil kan liggen, laat staan slapen, mag ze een sterke pijnstiller. De verpleegkundige van de nachtdienst beschikt over morfine 1% en mag haar 10 mg geven.
Je berekent hoeveel ml suspensie, Haldol en morfine je moet toedienen.
De suspensie is beschikbaar in 50 ml flesjes en de Haldol in ampullen van 5 ml. Bereken de weekvoorraad.
Robert Williams heeft middenoorontsteking. De arts geeft opdracht om hem 800 000 IE Procaïne-benzyl-penicilline te geven. Je hebt een flacon van 1,2 miljoen IE. Dit moet worden opgelost in 3 ml steriel water.
Berekenen hoeveel ml je moet injecteren.
Je krijgt een spoedopname: Meneer Puchalski (49 jaar oud 58 kg zwaar) heeft een overdosis paracetamol genomen. Op de Spoedeisende Hulp vertelt Meneer Puchalski aan de psychiater dat het leven voor hem vrijwel zinloos geworden is: hij is onlangs gescheiden, heeft daardoor schulden en ook zijn baan als verkoper van antiquarische boeken en prenten is hij kwijt geraakt. Hij weet niet meer hoe hij verder moet. Nadat door de SEH-verpleegkundige zijn maag is gespoeld is er geactiveerde kool en natriumsulfaat toegediend. Als antidotum werd op de SEH al een startdosis acetylcysteïne toegediend: 150 mg acetylcysteïne per kg lichaamsgewicht, in 15 minuten. Dat is bedoeld om beschadiging van de lever te voorkomen. Op de zaal moet je de man een vervolgdosis toedienen: 50 mg acetylcysteïne per kg lichaamsgewicht, in 500 ml infuusvloeistof (glucose 5%, met een inlooptijd van 4 uur). Het concentraat voor infusievloeistof bevat 200 mg/ml (25 ml (= 5 g). Je moet een aantal dingen weten alvorens je meneer Puchalski zijn medicatie kan geven. Je moet berekenen hoeveel mg acetylcysteïne je moet toedienen, hoeveel ml concentraat dat is, en wat de druppelsnelheid van het infuus moet zijn om de medicatie in 4 uur in te laten lopen.
Verder wil je collega graag je weekverbruik weten zodat ze op tijd kan bestellen. En jij niet zonder medicijnen komt te zitten.