Onderwerp: waar ga je over presenteren en wat wil je daarover vertellen? Verdiep je goed in de informatie. Zorg ervoor dat je alle benodigde informatie bij elkaar hebt en zoek op wat je nog niet weet.
Publiek: het publiek bestaat uit de mensen die naar jouw presentatie gaan luisteren. Zorg ervoor dat je weet wie dat zijn en verdiep je in hen. Hoe oud zijn ze? Wat vinden ze leuk of niet leuk? Welke taal is begrijpelijk voor ze? Etc. Als je dit weet, kun je je presentatie daarop aanpassen. (Denk aan een leuk intro, begrijpbare taal, toepasselijke plaatjes, etc.)
VB > Als je weet dat er oudere mensen naar je presentatie komen kijken, zul je waarschijnlijk geen harde muziek gebruiken of veel bewegende beelden in de presentatie zetten, terwijl je dit misschien wel doet als je weet dat je eigen klasgenoten komen kijken.
Tijd: oefen je presentatie een keer, zodat je weet hoeveel tijd je ongeveer kwijt bent. Zo nodig kun je nog wat aanpassen.
Vaak is er op school maar een beperkt aantal minuten om je presentatie te geven. Houd hier dus rekening mee.
Materialen: welk materiaal wil je gebruiken? Wil je attributen meenemen? Zo ja: welke?
Hier kun je je presentatie vaak mee opleuken of verduidelijken. Kijk maar naar het filmpje van Geraldine.
Wil je gebruik maken van een PowerPoint of Prezi?
Zorg ervoor dat het materiaal op tijd klaar staat en correct is. (Bijvoorbeeld: als je een PowerPointpresentatie gebruikt, zorg er dan voor dat er geen spelfouten in staan.)