Deel 1 (voorbereiding)
Stel, je kijkt straks in je agenda en ziet plotseling staan dat je morgen een presentatie moet geven. Over het onderwerp van de presentatie maak je je geen zorgen. Je weet daar namelijk al heel veel vanaf. Over de vormgeving, opbouw en materialen maak je je meer zorgen. Hier heb je namelijk nog niets aan gedaan.
Opdracht:
Bedenk een onderwerp waarover jij een presentatie wil geven. Hier zoek je informatie over op. Wat wil je vertellen? Voor wie geef je je presentatie? Houd je rekening met de beschikbare tijd (8-10 minuten)?
Zorg ervoor dat je taalgebruik past bij je publiek en dat de presentatie er aantrekkelijk uitziet.
Deel 2 (inleiding)
Je schrijft nu een inleiding voor je presentatie. In de inleiding vertel je waar je presentatie over gaat, waarom je daarvoor gekozen hebt en wat het doel van je presentatie is.
Je benoemt de opbouw van je presentatie en welke onderdelen je gaat behandelen.
Deel 3 (middenstuk)
Je bent nu aangekomen bij de inhoud van je presentatie. Per deelonderwerp geef je uitgebreide informatie. Deze informatie moet kloppen en ‘waar’ zijn. In je PowerPoint of Prezi vermeld je alleen steekwoorden ter ondersteuning. Ter verduidelijking voeg je plaatjes of filmpjes toe. Ook kun je het publiek laten meedoen door middel van een opdracht.
Deel 4 (slot)
In het slot van je presentatie geef je kort de belangrijkste punten weer. Vervolgens vraag je aan het publiek of er nog vragen of opmerkingen zijn. Die vragen probeer je zo goed mogelijk te beantwoorden. Ook vraag je naar feedback. Wat zijn tips en tops?
Deel 5 (algemeen)
De presentatie is nu volledig voorbereid. Loop je presentatie nog even kritisch door. Schrijf je in goed Nederlands? Gebruik je geen lange teksten, maar steekwoorden? Is je presentatie goed opgebouwd?
Tijdens de presentatie sta je rechtop en maak je oogcontact met je publiek. Ook praat je rustig en verstaanbaar.