overige samenstellingen

Voornaamwoordelijke bijwoorden

Voorzetsels met er of daar ervoor schrijf je aan elkaar vast:

Hetzelfde, dezelfde, eenzelfde

Samenstellingen met een lidwoord + zelfde schrijf je altijd aan elkaar vast:

Dezelfde en hetzelfde worden altijd als één woord geschreven. Het is vast geen verrassing dat we dezelfde gebruiken voor de-woorden en hetzelfde voor het-woorden.

enkelvoud hetzelfde [het-woorden]
dezelfde [de-woorden]
meervoud dezelfde
[woorden in het meervoud zijn altijd de-woorden]

Voorbeelden

De-woorden in het enkelvoud:

We hebben dezelfde jas gekocht.
Dat is toch niet dezelfde als die ik heb?

Zoals je kan zien in de zinnen hierboven kan dezelfde voor een zelfstandig naamwoord gebruikt worden (eerste zin), maar ook onafhankelijk (tweede zin). Dit geldt ook voor hetzelfde.

Het-woorden in het enkelvoud

Ze moeten steeds hetzelfde werk doen.
Vandaag doen we hetzelfde als vorige week.

Meervoud (altijd 'de')

Die broers hebben dezelfde ogen.
Ja, het zijn dezelfde als die van hun moeder.

 

Oefening met voorzetsels en er of daar ervoor.
Klik op de link om de oefening te maken.