Samenstellingen
Je kunt van meer woorden één woord maken. Zo'n woord noemen we een samenstelling.
Gewone samenstellingen: wel een tussen-n (beide woorden zijn een zelfstandig naamwoord)
- paard + voer = paardenvoer
Valse samenstellingen: geen tussen-n (één van de woorden is geen zelfstandig naamwoord)
- jokken + brok = jokkebrok (jokken is een werkwoord)
- beer + sterk = beresterk (sterk is een bijvoeglijk naamwoord)
Andere uitzonderingen tussen-n
- (ook) een meervoud op -s
- ziekte + bed = ziektebed
- geen meervoud
- tarwe + brood = tarwebrood
- uniek exemplaar
- Koningin + dag = Koninginnedag
- versteende samenstelling
- burgemeester
Tussen-s
- meisjeskamer, dus ook meisjesspeelgoed
- lichaamsgeur, dus ook lichaamsscanner
Voornaamwoordelijke bijwoorden
- daar + om + heen = daaromheen
- er + tegen + over = ertegenover
Hetzelfde, dezelfde, eenzelfde
Altijd aan elkaar.