Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
- omschrijven hoe de Nederlanden in de 16e eeuw een republiek werden.
- het ontstaan van de Nederlandse monarchie omschrijven.
- uitleggen wat wordt bedoeld met Nederland is een democratie.
- omschrijven hoe in Nederland verkiezingen worden gehouden.
- uitleggen waarom er in de politiek keuzes gemaakt moeten worden.
- vier politieke stromingen omschrijven.
- met behulp van voorbeelden duidelijk maken wat het verschil is tussen links en rechts in de politiek.
- omschrijven wat een politieke partij is en minimaal vijf politieke partijen noemen.
Begrippen:
- republiek
- monarchie
- democratie
- actief en passief stemrecht
- grondrechten
- sociale grondrechten
- sociaal democratie
- liberalisme
- confessionele stroming
- populisme
- Tweede Kamer
- politieke partij