Opdrachten

Maak de volgende opdrachten in je schrift:

Opgave 1:
Lees de vijf feiten (A – E) en beantwoord de onderstaande vragen.

           A. Er werd meer winst gemaakt.
           B. Er was snellere productie in de industrie.
           C. Er was meer vraag naar producten.
           D. Er was meer productie in mijnen en fabrieken.
           E. Er was bevolkingsgroei.

  1. Feit E is oorzaak / gevolg van feit C
  2. Feit A is oorzaak / gevolg van feit B
  3. Feit D is oorzaak / gevolg van feit A

______________________________________________________________________________

Opgave 2:
Alle problemen in de woon- en werkomstandigheden van de arbeiders noemen we ook wel de sociale kwestie

  1. Leg uit waarom de sociale kwestie een gevolg is van de industrialisatie.
  2. Waarom nam het verschil tussen arm en rijk toe in de industrialisatie en waarom werd dit ook meer zichtbaar (in vergelijking met de periode voor de industrialisatie)?

______________________________________________________________________________

Opgave 3:
lees onderstaande bron

  1. Wat is de mening van de fabrikant over kinderarbeid? Geef ook een reden waarom hij dit zal denken.
  2. Is deze fabrikant volgens jou betrouwbaar als bron voor het doen van onderzoek naar kinderarbeid in de fabrieken rond 1890? Leg je antwoord uit.
  3. Hoe kwam er uiteindelijk een einde aan deze kinderarbeid in Nederland?

Bron: Fragment uit een parlementaire enquête naar de kinderarbeid in Nederland
Fabrikant: Een jongen loopt, als het glas gereed is, ermee naar de oven. Dat is geen zwaar werk, een jongen doet dit spelende. Als een jongen dit 12 uur gedaan heeft, is hij onvermoeid en loopt nog als een haas. Zware personen en personen van een bepaalde leeftijd kunnen voor dat werk niet gebruikt worden.
Vraag: Dus gij noemt dit nachtwerk van kinderen in uw fabriek zes nachten achtereen, een werk dat spelenderwijs verricht wordt?
Fabrikant: Ja.

______________________________________________________________________________

Opgave 4:
Bekijk onderstaande bron

  1. Over welk onderwerp gaat de bron? Leg je antwoord uit met een duidelijke verwijzing naar de bron.
  2. Wat is de boodschap van de tekenaar? Hoe laat hij dit zien? Verwijs in je antwoord duidelijk naar de bron.

Bron: Spotprent van Albert Hahn uit 1908: Kinderarbeid - Het onverzadiglijke (niet te stillen honger) monster  

______________________________________________________________________________

Opgave 5:
Bekijk onderstaande bron

  1. Over welk probleem van de woon- en werkomstandigheden van de arbeid gaat deze bron? Leg je antwoord uit met behulp van een bronelement
  2. Wat is de mening van de maker van de bron? Leg je antwoord uit.

Bron: Britse spotprent uit een tijdschrift in 1866: De pomp: uitgave van de dood. Open voor de armen, gratis en met toestemming van de gemeente.

______________________________________________________________________________

Opgave 6:
Gebruik de bron

De industriële revolutie bracht vooruitgang. Maar er waren ook mensen die over de nadelen van de industriesteden schreven. Noem een feit en een mening die de schrijver van de bron noemt.

Bron: De Franse filosoof Alexis de Tocqueville bezocht Manchester in 1835. Hierover had hij de volgende indrukken.
Hier zie je de immense industriepaleizen; hier werken de slaven voor de meester; hier is de rijkdom van een paar mensen en de armoede van de meesten; hier zwoegen duizenden voor de winst van één persoon. Een soort zwarte rook hangt over de stad. In het halve daglicht zijn 300.000 mensen zonder ophouden aan het werk.  Uit dit vuile riool komt een immense stroom aan menselijke arbeid, die de hele wereld vruchtbaar maakt. Uit deze smerige put vloeit puur goud. Hier heeft de mensheid haar grootste en tegelijk meest barbaarse peil bereikt. Hier creëert de beschaving haar wonderen, maar wordt de beschaafde mens bijna teruggeworpen in de wildernis.    

______________________________________________________________________________

Opgave 7:
Gebruik de bron

  1. Leg uit waarom deze spotprent een goed voorbeeld is over de sociale kwestie. Verwijs in je antwoord zowel naar de bron en het begrip. 
  2. Wat is de boodschap van de maker van de bron? Leg je antwoord uit door duidelijk te verwijzen naar de bron. (met andere woorden: Wat wil hij duidelijk maken met deze spotprent?)

Bron: Spotprent uit 1903 van Albert Hahn: Waarheen?