Achtergrondinformatie docenten

Voor de docent
Achtergrondinformatie

 

Naam module
Fictie, fictie en nog meer fictie

Voor wie
Deze module is bedoeld voor leerlingen van het voortgezet onderwijs (onderbouw havo/vwo) voor het vak Nederlands. Deze module biedt uitleg en bijbehorende opdrachten rondom het domein fictie/jeugdliteratuur.

Waarom
Docenten Nederlands weten vaak niet hoe zij het fictieonderwijs vorm moeten geven. Dit sluit aan bij de constatering van Bonset (2009). In een overzicht van verricht onderzoek naar leesonderwijs toont hij aan dat er een gebrek is aan concrete doelstellingen op het gebied van fictieonderwijs, waardoor scholen dit op uiteenlopende manieren invullen. De opdrachten uit deze module zijn tot stand gekomen door diverse literatuurstudies en onderzoek in de klas. Hierbij is onderzocht hoe fictie zó aangeboden kan worden tijdens de lessen, dat leerlingen een positievere leesattitude ontwikkelen. De opdrachten dienen als handvatten voor de docent Nederlands voor de totstandkoming van fictieonderwijs.

Leerstofonderdelen
De opdrachten sluiten aan bij de leerstofonderdelen (Bonset, 2013):

1. Leren praten over fictie
2. Leren vragen stellen over fictie
3. Een mening leren vormen over fictie
4. De relatie tussen fictie en werkelijkheid leren zien
5. Kenmerken van fictie leren zien
6. Kennismaken met schrijvers
7. De bibliotheek leren kennen
8. Fictie leren kiezen

Wat

In deze module worden de volgende onderdelen behandeld:

- Opdracht 1: Fictie versus non-fictie

- Opdracht 2: Leren kiezen door middel van Lezenvoordelijst.nl

- Opdracht 3: Leren schrijven en de mening ontwikkelen door middel van het verhaal De Zwaan van Roald Dahl

- Opdracht 4: Schrijverstechnieken herkennen en de verschillen tussen boek en film analyseren.

 

Rol van de docent
De docent heeft de theorie uitgelegd aan de leerlingen en begeleidt de leerlingen bij het maken van deze module.

Voor opdracht 4 heeft de docent het boek van De Hongerspelen nodig.


Tijd
Dit wordt bepaald door de docent. De opdrachten zullen ongeveer vijf lesuren kunnen vullen.

Toetsing
De docent kijkt de opdrachten na en bepaalt of de leerlingen de leerdoelen behaald hebben.