Jonas heeft al tijdenlang vreselijke hoofdpijnen. Juist op het moment dat hij alleen thuis is, worden ze vrijwel ondraaglijk en gebeuren er rare dingen. 's Nachts wordt er ingebroken en de inbreker laat een groot boek achter over een huis dat onverwacht verschijnt. Als later op de dag eenzelfde huis op een braakliggend veldje opdoemt, is zijn nieuwsgierigheid gewekt en besluit hij naar binnen te gaan. Terwijl zijn hoofd bonkt, zwerft hij door de kamers van het mysterieuze huis waar zich gebeurtenissen en verhalen ontrafelen die heen en weer deinen tussen droom en werkelijkheid.
In een bloemrijke stijl, die doet denken aan de boeken van Carlos Ruiz Zafón en Gabriel García Márquez, schildert Rauwerda een wereld die nog lang na het dichtslaan van het boek blijft hangen.
Het verhaal speelt zich af in het magische huis met de negen kamers, in dit huis ontmoet de hoofpersoon, Jonas, verschillende merkwaardige personen, en hij ziet veel magische dingen.
Het verhaal is verteld in het hij/zij-perspectief. De schrijfstijl is heel fijn om te lezen, het verhaal zelf is heel actief en er gebeurt heel veel in een korte tijd.
Er worden veel dingen gelinkt met dingen die eerder zijn gebeurt, Jonas ontmoet bijvoorbeeld een meisje in zijn droom, die hij later in het huis terug ziet. Ook komt hij dingen tegen uit zijn jeugd, zoals de uitvergrootte kermis die zijn vader voor hem heeft gemaakt.
de schrijver, Peter-Paul Rauwerda, is een illustrator, in het boek zitten daarom ook veel illustraties van het huis met de negen kamers. Ik vind het heel leuk dat hij zijn hobbies combineert.
Dit boek was heel leuk om te lezen, er gebeurde veel en het was een wonderlijke wereld om in meegesleept te worden. Er gebeuren veel magische dingen, maar ook zijn er spannendere momenten. Ik zou dit boek zeker aanraden.
(...Niveau 3, Literaire roman, Hij/zij perspectief...)