De aarde telt ongeveer 1500 vulkanen die af en toe uitbarsten (en nog talloze andere vulkanen die dat niet meer doen). De meeste vulkanen liggen vlak bij een grens tussen twee tektonische platen, delen van de aardkorst die ten opzichte van elkaar bewegen. De beweging van die delen van de aardkorst noemt men platentektoniek.
Er zijn ook vulkanen die niet in de buurt van een plaatgrens liggen maar op de plek van zogenaamde hotspots. Daar drukt een opstijgende stroom magma vanuit de mantel zwaar tegen de onderkant van de aardkorst aan waardoor er scheuren in die korst ontstaan. Er komt dan magma naar het aardoppervlak omhoog en dat bereikt via vulkanen als dun vloeibare lava het aardoppervlak.
Vulkanen hebben niet allemaal dezelfde vorm en opbouw. Bekijk de volgende doorsnee-afbeeldingen.
![]() |
![]() |
|
Spleetvulkaan | Stratovulkaan | |
![]() |
![]() |
|
Schildvulkaan | Calderavulkaan |
De aarde telt minstens 1500 vulkanen. Geen vulkaan is hetzelfde. De meest voorkomende soorten zijn:
Als het magma door een scheur in de aardkorst naar buiten stroomt, verspreidt de lava zich door de spleet. Er ontstaat dan een spleetvulkaan.
Spleetvulkanen ontstaan bij divergente plaatgrenzen. Bij divergente plaatgrenzen bewegen twee tektonische platen uit elkaar. Er ontstaat dan een ruimte tussen de platen, waar zich geen aardkorst bevindt. Uit de spleet die ontstaat kan het magma zonder veel weerstand doordringen tot aan het aardoppervlak.
Spleetvulkanen komen het meest onder water voor bij zogenaamde oceaanruggen. Een oceaanrug is een grote onderzeese bergketen. Voorbeeld van een oceanische rug is de Mid-Atlantische Rug, die loopt van de Noordpool tot de Zuidpool en onder andere de Noord-Amerikaanse plaat van de Euraziatische plaat scheidt.
IJsland wordt doorsneden door de Mid-Oceanische rug en is de enige plaats waar spleetvulkanen op het land voorkomen. IJsland is ontstaan doordat de vulkanische activiteit in dat gebied zo groot is dat de Mid-Oceanische rug op deze plaats boven het wateroppervlak uit is gaan steken. Zo is het eiland IJsland ontstaan. Omdat op het land spleetvulkanen alleen in IJsland aangetroffen worden, worden spleetvulkanen ook wel IJslandse vulkanen genoemd.
Schildvulkaan
Bij schildvulkanen is het magma in de magmakamer een dunne en hete vloeistof. Het magma kan daardoor makkelijk door spleten naar het aardoppervlak doordringen en de verstopping in de kraterpijp aanvreten, totdat deze verstopping geheel of gedeeltelijk is opgeruimd. Hierdoor komen tijdens erupties zelden ontploffingen voor. Wanneer de druk in de magmakamer toch hoog is opgelopen, kan er een lavafontein ontstaan. Daarnaast wordt er weinig as uitgestoten omdat gassen uit het magma kunnen ontsnappen zonder eerst schuim te vormen. De uitbarsting van een schildvulkaan levert voor de omgeving weinig gevaar op. Alleen wanneer een lavastroom zich door bewoond gebied verplaatst, kan er schade aan huizen en akkers ontstaan, zoals tijdens de vulkaanuitbarsting op Hawaii.
Doordat de lava dun en heet is en heel langzaam afkoelt, kunnen de lavastromen lange afstanden afleggen. Hierdoor hoopt vulkanisch materiaal zich niet telkens vlak bij de krater op. Na talloze uitbarstingen ontstaat er een brede berg met flauwe hellingen, die veel lijkt op een schild. Daarom de naam schildvulkaan. Schildvulkanen ontstaan op plaatsen waar de aardkorst erg dun is, bij zogenaamde hotspots. Een voorbeeld van schildvulkanen zijn de vulkanen van Hawaï.
Stratovulkaan
De stratovulkaan, ook wel samengestelde vulkaan genoemd, is de meest voorkomende vulkaansoort op aarde. Deze vulkanen zijn opgebouwd uit gestolde lava afgewisseld met lagen pyroclastisch materiaal (zoals as en stenen). Stratovulkanen zijn vernoemd naar het Latijnse woord "stratus" dat "laag" betekent.
Vaak hebben deze vulkanen meerdere vertakkingen waaruit adventiekraters (kraters op de helling van een vulkaan) kunnen ontstaan, wanneer het magma moeite heeft de krater te bereiken.
Stratovulkanen zijn meestal zeer hoog, en kunnen een laag eeuwige sneeuw op de top hebben. Bij stratovulkanen is het magma een dikke, stroperige vloeistof, waardoor het moeilijk tot het aardoppervlak kan doordringen. Voordat er een eruptie kan plaatsvinden, moet de druk in de magmakamer dus eerst hoog oplopen en dat kan lang duren.
Stratovulkanen zijn gevaarlijk als ze uitbarsten. Hoe meer tijd er verlopen is na de vorige uitbarsting, hoe heftiger de volgende wordt. Bij uitbarstingen van stratovulkanen wordt de verstopping in de kraterpijp door een grote ontploffing verpulverd en de lucht in geblazen. Dit wordt gevolgd door een pluim van as en vulkanische gassen die met grote snelheid de lucht in spuiten. De as kan uiteindelijk zelfs de stratosfeer bereiken.
De eruptie veroorzaakt eerst een regen van stenen, gevolgd door een regen van as die dagenlang kan aanhouden. Tijdens zo'n eruptie komt er vaak niet veel lava uit de vulkaan. Twee dodelijke verschijnselen die kunnen optreden bij de uitbarsting van een stratovulkaan zijn pyroclastische stromen en modderlawines (ook wel lahars genoemd). Een lahar is een modderstroom die ontstaat als bij een vulkaan de uitgestoten tefra in contact komt met stromend water. Een lahar kan ontstaan wanneer een pyroclastische stroom op een rivier stuit, een kratermeer leegloopt, maar ook na afloop van een uitbarsting, als een op een helling afgezette laag tefra door regen verzadigd raakt en van de helling af beweegt.
Doordat de lava erg stroperig is en snel afkoelt, hoopt het materiaal dat uit de krater komt zich vlak bij de krater op. Na talloze uitbarstingen ontstaat er een hoge berg met steile helling, die veel lijkt op een kegel. Stratovulkanen ontstaan voornamelijk langs convergente plaatgrenzen.
Calderavulkaan
Een calderavulkaan is een oudere vulkaan met aan de bovenkant een grote brede krater. Deze krater is ontstaan doordat een deel van de vulkaan in de magmakamer is gestort, die na een vulkaanuitbarsting is leeggestroomd.
Vaak vormt zich in de krater een kratermeer. Het water in een kratermeer kan allerlei kleuren aannemen, als gevolg van elementen die uit het vulkanische gesteente opgelost worden. Behalve dat kratermeren mooi kunnen zijn, kunnen ze ook dodelijke gevolgen hebben. Wanneer het waterpeil van een kratermeer namelijk te hoog stijgt, kan een deel van de vulkaan het begeven. Met als gevolg dat een enorme watermassa de vulkaanhelling afstroomt en alles in zijn weg wegvaagt.
In de krater van de oude vulkaan kan ook een nieuwe krater ontstaan. Wanneer de druk van het magma in de magmakamer hoog genoeg wordt, kan er een nieuwe eruptie plaatsvinden in de caldera.
Bron: www.vulkanisme.nl
Beantwoord nu de volgende vragen.