Verpleegkundigen begeleiden in hun werk verschillende groepen mensen. In de rol van werkbegeleider vervullen zij een belangrijke taak bij het faciliteren van het leren door studenten. De ‘oudgedienden in het vak’ zijn vaak experts in de uitoefening van hun beroep, maar weten soms niet zo goed hoe zij nieuwkomers in de zorgverlening de fijne kneepjes van het vak aanleren. Meestal doen ze de uitvoering van de begeleiding dan maar op de manier zoals zij zelf zijn opgeleid of die het beste bij hen zelf past. Het ontbreekt de ervaren verpleegkundige als werkbegeleider in veel gevallen aan de benodigde theoretische achtergrond of vaardigheid om studenten adequaat te begeleiden in de beroepspraktijk.
Ook begeleiden verpleegkundigen de patiënten en hun naasten. Hun verpleegkundige interventies in de patiëntenzorg zijn gericht op het versterken van het zelfmanagement van de patiënt. Verplegen omvat ook patiënteducatie. Dit is nodig zoals bij het leren omgaan met medisch apparatuur, ondergaan van een ingreep of behandeling, toedienen van medicatie, specifieke leefregels of het verzorgen van een stoma of katheter. Geven van patiënteducatie doet u door het inventariseren van de benodigde educatie en de eventuele barrières, de educatie op maat geven, het nagaan of de educatie is begrepen en de continuïteit bewaken door informatie vast te leggen en vervolgactiviteiten te plannen in het (elektronisch) patiëntendossier. Bij patiënteducatie is een analyse van de beginsituatie van de patiënt en/of diens naasten van groot belang, zaken als laaggeletterheid, intelligentie, acuut of chronisch ziek en motivatie zijn van belang.
De uitgangssituatie bij het leren is van iedere student, patiënt of diens naasten anders. Leren begint bij nieuwsgierigheid, motivatie, ambitie of de noodzaak om te veranderen van de lerende. Je kunt een mens niet dwingen om te leren of om wijzer te worden. Zijn veranderingsmogelijkheden worden bepaald door persoonlijke eigenschappen als intelligentie, talent, afkomst, leerstijl en dergelijke. Je kunt iemand wel makkelijker maken om iets te leren. Het ontbreekt in de literatuur vaak aan die informatie welke de verpleegkundige helpt om te bepalen wat een adequate begeleidingsstijl kan zijn in een specifieke situatie met een student of patiënt en hoe deze dan toe te passen. Mogelijk kan de theorie van het situationeel begeleiden verpleegkundigen helpen om deze leemte op te vullen. Situationeel begeleiden is slechts één van de methoden die helpt bij het begeleiden van studenten en bij patiënteducatie. Niets is zo nuttig als een simpele methode met een grote ‘face validity’.